dinsdag 27 december 2011

Poetin zit! Demonstratie, 24 december, Moskou.

Poetin zit!

donderdag 22 december 2011

Communisten vieren 132e verjaardag van Jozef Stalin

Communisten nabij het Rode Plein in Moskou. © Vasily Maximov / Ridus.ru


De Communistische Partij van de Russische Federatie, de KPRF, heeft op 21 december jl. de 132ste verjaardag van de geboorte van dictator Jozef Stalin herdacht. 
De officiële geboortedag van Stalin is 18 december 1878, zo blijkt uit een door Stalin zelf met de hand geschreven curriculum vitae. Toen Stalin in 1922 aan de macht kwam veranderde hij zelf de datum in 21 december 1879. Dit was de dag waarop zijn verjaardag werd gevierd in de Sovjet-Unie en is daarom ook de dag waarop de post-Sovjet communisten van de KPRF bloemen legden bij zijn graf in de Kremlinmuur.

Zie ook de website van KPRF en het Russische platform voor burgerjournalistiek Ridus.ru.



zondag 18 december 2011

De creatiefste viespeuk van Den Haag

Hans Borrebach (1903 - 1991): exhibitionistisch pornograaf en sexadept. Als illustrator ontwierp hij de omslagen van vele kinderboeken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij een controversiële opdracht aan: het ontwerp van het affiche voor de zeer antisemitische film Der ewige Jude (De Eeuwige Jood, 1940).
Maar bovenal baarde Borrebach opzien met zijn pornografische strip Het meisjesinternaat (1987) en zijn voorliefde voor het masochisme en de sexfeestjes die hij organiseerde in zijn Haagse fotostudio.

In 1975 geeft Borrebach in het radioprogramma Nova Zembla een inkijkje in zijn leven. Daarin omschrijft hij zichzelf als wegbereider van de groepsex. Zijn hele huis was erop gericht om die groepsex spontaan te laten ontstaan. Speciaal voor deze partijtjes was in de kelder van het huis een grote zaal ingericht, voorzien van alle gemakken. De zaal werd belicht door twee schijnwerpers van 5000 Watt per stuk. Borrebach: “We maken het er altijd lekker warm en zorgen voor alle comfort. Deze bijeenkomsten zijn altijd erg plezierig. Het naar elkaar kijken wekt gevoelens op. We hebben wel avonden gehad dat iedereen er dol van werd.”

Scheveningseweg 80-82, Den Haag, 
Studio Hans Borrebach (foto  Jaap Rijkenberg, 1971)
In zijn gesprek met de VPRO komt Borrebach met een anekdote aanzetten uit het verleden. Borrebach: “Het is een oud verhaal van nog voor de oorlog. Er was een heel bekende man in Den Haag die een heel groot huis had waar hij party’s organiseerde. Om het exclusief te houden hield hij soms wel eens masturbatieparty’s. Aan het begin van de avond werden dan eerst wat borrels gedronken. Ook liep er een knecht rond, gekleed in livrei. Door het hele huis hingen prachtige donkerblauwe velours gordijnen. Wanneer de heren op een zeker moment tegen het gordijn hadden gespetterd dan kwam de knecht en blies wat zilverpoeder op dat natte spul. Dat hele gordijn zat tot een meter hoog vol met zilveren sterretjes. Dat was de trots van de heer des huizes!”

Ook tijdens de feestjes bij Borrebach thuis bediende een knecht de gasten. Tijdens die feestjes zat iedereen naakt aan het diner met prachtige kandelaars op tafel. Alleen de knecht was aangekleed en droeg een stijlvolle livrei. Dat riep spannende gevoelens op bij de gasten aan tafel, aldus Borrebach. 

Borrebach: “De eerste party die ik heb meegemaakt was nog voor de oorlog, bij een vriend ergens in Wassenaar. Het was een party met schattige aardige vrouwtjes. Het feest begon half aangekleed waarbij de prachtige mooie borstjes van de vrouwtjes boven de tafel uitkwamen. Op een gegeven moment komt de gastheer in kamerjas op. Aan het hoofd van de tafel slaat hij plots zijn kamerjas open en slaat met zijn harde lul op tafel en zegt: ‘Dames en heren, eet u smakelijk!’ ”

Hans Borrebach jaren 60 (foto Vrij Nederland)
Ook smakelijk vertelt Borrebach over het huwelijk van een vriend dat werd voltrokken bij hem thuis. Deze vriend was sterk sadistisch aangelegd en trok vrouwen aan die masochistisch neigingen hadden. Hij besloot te trouwen, in de zaal van Borrebach. De zaal was gevuld met vrienden en onder begeleiding van de huwelijksmars kwam het stel op in bruidstoilet, met het gezicht naar de zaal. Borrebach: “Het zag er keurig uit. Werkelijk waar. Het huwelijk werd ingezegend door een non, althans door een van de vrouwen die nonnenkleren had aangetrokken. Na voltrekking van het protocol en uitwisseling van de ringen draaide het koppel zich om met de rug naar de zaal. De bruid bleek van achter helemaal opengesneden, naakt dus.  Toen werd ze vastgebonden en verschrikkelijk fors met de zweep behandeld. De zaal schrok er zelfs van. Je moet de zweep vakkundig kunnen hanteren. Als je eerst striemen van links naar rechts hebt geslagen moet je daarna kruislings daarop slaan anders springt de huid open. Enfin, die vrouw schreeuwde uit. Mensen die hierin op kunnen gaan klinkt dat geschreeuw als muziek in de oren.”

Naast het leven van de zwoele soirees was Borrebach toch vooral een knap illustrator, een begenadigd fotograaf en schrijver van diverse meisjesboeken en instructieve fotoboeken (onder eigen naam en pseudoniemen Carl Bondam, Han Herckenrath en Henro de Montigny). 

Mondain Den Haag nummer 1 (1926), cover door Hans Borrebach

Meer covers en omslagen van Borrebach vind je hier.

Het meisjesinternaat (1987)




Affiche ontworpen door Borrebach (1987)

zaterdag 17 december 2011

Poetincartoon van Arend van Dam


vrijdag 16 december 2011

Straatkunst: verbeelding aan de macht








maandag 5 december 2011

Mehr Brot, Fleisch und Butter für die Massen - de Stalinstaat volgens Lion Feuchtwanger

Feuchtwanger (links) op bezoek bij Stalin (midden), 1937
Lion Feuchtwanger (1884-1958) was een prominent Duits schrijver ten tijde van Weimar Duitsland (~1919-1933). Hij werd onder andere bekend met zijn novelle Jud Süß (1925), welke later door Josef Goebbels zou worden misbruikt voor een sterk antisemitische verfilming. Feuchtwanger was een fervent tegenstander van Hitler en de nazipartij en werd in 1933 tot persona non grata verklaard door de nazi’s. Zijn boeken eindigde op de brandstapel tijdens de boekverbranding in 1933.
Vanaf 1933 woont Feuchtwanger in Frankrijk. Wanneer Duitsland in 1940 Frankrijk binnenvalt, weet hij met zijn vrouw te vluchten naar de Verenigde Staten. Zijn aanvankelijke vriendschappelijkheid jegens Stalin zou zijn naturalisatie tot Amerikaans staatsburger behoorlijk vertragen.

Van november 1936 tot februari 1937 brengt Feuchtwanger een bezoek aan de Sovjet-Unie. Feuchtwanger besluit zijn ervaringen aan het papier toe te vertrouwen in een kort reisverslag dat in 1937 door Querido Amsterdam werd uitgegeven onder de titel Moskau 1937. Ein Reisebericht für meine Freunde. Feuchtwanger beoogde hiermee een radicaal ander geluid te laten horen dan zijn Franse tijdgenoot André Gide, die een jaar eerder gedesillusioneerd terugkeerde uit de Sovjet-Unie, en scherp uithaalde naar de vermaledijde heilstaat in zijn reisverslag Terug uit Sowjet-Rusland (Plenzdorf schreef over dit werkje in 2009). Moskau 1937 zou Feuchtwanger op zeeën aan kritiek komen te staan onder zijn literaire tijdgenoten en zou zijn intellectuele reputatie niet onaangetast laten.

Feuchtwangers reisverslag is echter ook veelzeggend voor de turbulente tijd, het late interbellum, waarin hij de Sovjet-Unie met zijn bezoek vereerde. West-Europa was in de greep van het fascisme en de communistische tegenkrachten in het Oosten brachten zelfs een begenadigd literator als Feuchtwanger tot wankelen. Hij zag in de Sovjet-Unie of ‘Stalinstaat’, zoals hij deze zelf betitelde, wat hij wilde zien. Om zijn waarneming kracht bij te zetten redeneerde hij zo nodig met een omweg, om zodoende dubieuze praktijken van het regime te vergoelijken en kritische uitlatingen van collega’s over de Stalinstaat te ontzenuwen. Hoe zeer Feuchtwanger met Moskau 1937 ook de plank mis sloeg, gewaarschuwd door voorgangers zoals André Gide, het is en blijft een waardevol document ter illustratie van de menselijke ontreddering ten tijde van het interbellum. Moskau 1937 is een fascinerend verslag, temeer daar je als lezer weet tot wat voor potentaat Stalin zou uitgroeien (en in de tijd van Feuchtwangers bezoek al was). 
Feuchtwanger had de eer om Stalin persoonlijk te ontmoeten voor een gesprek. Feuchtwangers beschrijving van zijn indrukken tijdens deze ontmoeting  voeren je terug naar Moskou, 1937, in gezelschap van een verwarde man in een verwarde tijd. Niets menselijks was Feuchtwanger vreemd.

Uit Moskau 1937 volgen hieronder een aantal citaten om te illustreren hoe Feuchtwanger worstelt met de indrukken die hij opdeed tijdens zijn bezoek aan de Sovjet-Unie.

Feuchtwanger opent met de constatering dat de Sovjetmaatschappij een bureaucratische maatschappij is:

Erlaubnisschein, ist eines der ersten russischen Worte, das der Ausländer erlernen muß.

Tijdens zijn reis door de Stalinstaat spreekt Feuchtwanger een meisje van het platteland. Hij is duidelijk onder de indruk:

Ein Mädel vom Land:
Vor vier Jahren konnte ich nicht lesen und schreiben, und heute kann ich mich mit Feuchtwanger über seine Bucher unterhalten. – dieser Stolz legitim und kommt aus einem so tiefen Einverstandensein mit der Sowjetwelt und mit der eigenen Stellung der Sprecherinnen innerhalb dieser Welt, daß sich dieses Glücksgefühl auch auf den Hörer übertragt.

Vanaf 1928 vestigden zich joodse kolonisten in een gebied in het Verre Oosten dat door Stalin was uitgeroepen tot de autonome provincie Birobidzjan. Stalin had het niet zo goed op de joden staan als uit deze geste om een autonome provincie op te richten zou kunnen worden opgemaakt. Het was eerder een manier om van de Russische joden vrijwillige ballingen te maken (zoals Herman Vuisje 2-6-2011 in De Groene Amsterdammer suggereert), die bovendien mooi konden meehelpen de dunbevolkte grensstreek met China te koloniseren. Bovendien was het door Stalin aangewezen gebied geen paradijs: het betrof moerasland, geteisterd door de muggen in de zomer en een hels klimaat in de winter (bij een gemiddelde temperatuur van min 30 graden).

Feuchtwanger schrijft:
…das man den Juden zur Errichtung ihres Nationalstaates anbot und in dem sie sich angesiedelt haben, abgelegen und schwierig, aber voll von unbegrenzten Möglichkeiten.

Feuchtwanger citeert uit een speech van Stalin voor een publiek van zogenaamde Stachanov-arbeiders (i.e. modelarbeiders), om uit te leggen dat het begrip ‘vrijheid’ relatief is wanneer deze vrijheid tot resultaat heeft dat burgers niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien:

Sehr populär gab Stalin ähnlichen Gedanken Ausdruck in einer Rede vor Stachanow-Arbeitern. »Leider«, meinte er, »ist es mit der Freiheit allein bei weitern nicht getan. Wenn es an Brot mangelt, wenn es an Butter und Fetten mangelt, wenn es an Kleidungsstoffen mangelt, wenn die Wohnverhältnisse schlecht sind, dann kann man mit der Freiheit allein nicht viel anfangen. Es ist sehr schwer, Genossen, von der Freiheit
allein zu leben. Um gut und glücklich leben zu können, müssen die Guter der politischen Freiheit durch materielle ergänzt werden.«

Feuchtwanger stelt zich vervolgens voor het dilemma:

…was ziehst du vor: daß die große Masse weniger Fleisch, Brot und Butter
und du dafür mehr Schreibfreiheit oder daß du weniger Schreibfreiheit bekommst und die große Masse dafür mehr Brot, Fleisch und Butter?
Das ist, für einen Schriftsteller von Verantwortung [hij doelt op zichzelf, JP], kein leichtes Problem.

Feuchtwanger vervolgt met een verheerlijking van Stalin:

Seine Argumente kommen langsam, sie appellieren an den gesunden Menschenverstand von Leuten, die gründlich, aber nicht schnell begreifen. Vor allem aber hat Stalin Humor, einen umständlichen, verschlagenen, behaglichen, manchmal grausamen Bauernhumor. Er zitiert in seinen Reden gerne humoristische Anekdoten aus populären russischen Schriftstellern, er kostet diese Anekdoten aus, gibt die Nutzanwendungen, seine Reden lesen sich streckenweise wie altväterische Kalendergeschichten.

Door een moralistisch grapje van Gide te citeren tracht Feuchtwanger uit te leggen dat de Sovjetbevolking serieus genomen wenst te worden:

Dem Schriftsteller Andre Gide ist ein Arbeiter untergekommen, ein >Stachanowist<, ein Rekordarbeiter also, der, wie man Gide berichtete, >in fünf Stunden die Arbeit von acht Tagen leisten konnte, oder vielleicht auch in acht Stunden die Arbeit von fünf Tagen, ich weiß das nicht mehr genau. Ich erkühnte mich<, fährt Gide fort, > zu fragen, ob das nicht etwa heißen soll, daß der Mann vorher acht Tage brauchte, um die Arbeit von fünf Stunden zu leisten<, und er wundert sich, daß seine Frage frostig aufgenommen wurde und man es vorzog, nicht zu erwidern.

En dan volgt hier een zeldzame kritische noot van Feuchtwanger richting Stalins repressieve politiek waarin alles en iedereen ervoor beducht moet zijn om niet voor sabotage te worden opgepakt:

Allmählich aber ist in der Bevölkerung eine richtige Schädlingspsychose entstanden. Man hat sich angewöhnt, alles, was schiefgeht, mit Sabotage zu erklären, während sicherlich ein großer Teil der Mängel schlicht
und einfach auf Unfähigkeit zurückzuführen ist.

Feuchtwangers geloof in de socialistische heilstaat slaat hier onomwonden toe:

Jeder sechste Rubel des Gesamteinkommens der Union wird für Verteidigungsmaßnahme gegen die Faschisten benötigt. Das ist ein hartes Opfer. Der Sowjetbürger weiß, alle die Mißstände, die heute noch das
Leben in der Union schwieriger machen als in den westlichen Staaten, wären längst behoben, hätte man nur diesen sechsten Rubel zur Verfügung gehabt. Jeder Einzelne könnte sich besser kleiden, könnte besser wohnen. Aber die Sowjetbürger wissen auch, daß an ihren Grenzen bösartige Narren darauf lauern, über sie herzufallen, und daß sie diese Grenzen wirksam schützen müssen. Sie bauen deshalb an der Aufrichtung ihrer sozialistischen Wirtschaft…

Om een voorbeeld te geven van Feuchtwangers dwangmatige manier om ten gunste van de Stalinstaat te redeneren, citeer ik zijn opmerking waarmee hij het conflict tussen Stalin en revolutionair en dissident Trotski afdoet. Stalin probeert middels zijn propaganda het beeld te verspreiden dat Trotski (uit een joods gezin) zou heulen met de Duitse fascisten (overbodig te noemen dat het hier om een pertinente leugen gaat). Feuchtwanger:

Wenn Alkibiades zu den Persern ging, warum nicht Trotzki zu den Faschisten?

Feuchtwanger mocht tijdens zijn bezoek aan de Sovjet-Unie ook een van de beruchte showprocessen bijwonen, een uiting van Stalins politiek van Rode Terreur. Tijdens dit proces werden de volkscommissaris van zware industrie, Georgi Pjatakov (eens toeverlaat van Lenin in financiële zaken), Karl Radek (die in 1917 samen met Lenin in een verzegelde trein via Duitsland naar Rusland was teruggekeerd), Grigori Sokolnikov (lid van het eerste Politbureau van 1917) en veertien andere voormalige aanhangers van Trotski berecht op beschuldiging van industriële sabotage en spionage.
Feuchtwanger trekt een vergelijking met ‘revolutionairen’ die door Hitler zijn terechtgesteld. Een pijnlijke uitglijder:

Vor den Hitlergerichten erklären Revolutionäre zu Hunderten:
>Ja, ich habe das getan, was mir vorgeworfen wird. Ihr könnt mich umbringen, aber ich bin stolz auf das, was ich getan habe.< An sich also haben die Zweifler recht, zu fragen: warum hat von diesen Trotzkisten
keiner so gesprochen? Warum hat von diesen Trotzkisten keiner gesagt: >Ja, euer Stalinstaat ist falsch. Trotzki hat recht. Was ich getan habe, war gut. Bringt mich um, aber ich stehe dafür ein.<
Allein es gibt auf diesen Einwand eine schlagende Antwort. Diese Trotzkisten haben einfach deshalb nicht so gesprochen, weil sie eben nicht mehr an Trotzki glaubten, weil sie innerlich nicht mehr für das einstehen konnten, was sie getan hatten, weil ihre trotzkistische Überzeugung durch die Fakten dergestalt widerlegt worden war, daß Männer mit sehenden Augen nicht mehr an sie glauben konnte.

Dat de veroordeelden door intimidatie en foltering tot marionetten van de rechter waren gemaakt, was in die tijd weliswaar niet tot in details bekend. Dat deze processen schijnvertoningen waren, was in het Westen echter geen geheim.

Dat Feuchtwanger ongetwijfeld dubbend en behoedzaam heeft rondgereisd door de Sovjet-Unie moge blijken uit een citaat uit zijn KGB-akte:

Feuchtwanger KGB-akte, 3-1-1937
Heute fragte er mich [i.e. de KGB-beambte, JP] unvermittelt: »Stimmt es, daß Pasternak [i.e. Russisch dichter/schrijver, JP] in Ungnade gefallen ist«, weil sein Schaffen »nicht mit der Generallinie der Partei übereinstimmt«? Dann  erzählte er einen antisowjetischen Witz. Als ich befremdet fragte, wer ihn denn mit solchen »Informationen« versorge, gab er mir keine Antwort.

D. Karawkina

Moskau 1937. Ein Reisebericht für meine Freunde. – Lion Feuchtwanger – Aufbau Taschenbuch Verlag



Geirthrudur Finnbogadottir Hjorvar

Geirthrudur Finnbogadottir Hjorvar is een beeldend kunstenares uit IJsland en werkt in het spanningsveld tussen tekst, tekeningen, installaties, beelden en fotografie. Met veel van haar werken wil Hjorvar de onmacht illustreren om het verleden opnieuw tot leven te kunnen wekken. Hjorvor woont en werkt in Reykjavik en Amsterdam.




I DON’T CARE IF IT HURTS 2007

An actress plays the part of a corpse for the duration of the exhibition and is complimented by a poster that illustrates the same Hegelian principle.

The performance is based on a contradiction between acting and being – it confirms the nature of metaphors when embodying its own reality.

The poster that accompanies it expresses a complimentary opposite of the performance; it is made of quotations that takes the shape of an eye. The eye becomes the 'i' in the 'if' of 'I Don’t Care if It Hurts.' While the specific quote is from a popular song by Radiohead, the pun lies in the ambivalence of what or who 'It' is.

Cast: Christina Flick, Hilde Caroline Labadie, Kimmy Ligtvoet

zondag 20 november 2011

Griekse fascisten profiteren van eurocrisis

Georgios Karatzaferis - Foto: Reuters
Met het aantreden van de Griekse interim-coalitieregering van nationale eenheid, onder aanvoering van premier Papadimos, betreden ook de Griekse fascisten het regeringspluche. De ultrarechtse partij LAOS, van Georgios Karatzaferis, levert vier leden in de nieuwe regering, waaronder de minister van Transport (Makis Voridis).

De partij wordt geassocieerd met enkele zeer antisemitische uitlatingen. Partijleider Karatzaferis heeft in 2001 de Holocaust, Auschwitz en Dachau als mythen afgedaan.  Van hem is ook de uitlating ‘joods bloed stinkt’.
Volgens het Israelische Ynet vergeleek Karatzaferis in 2009 het Israelische leger met dat van Hitler. Karatzaferis is tevens de uitgever van de Griekse vertaling van het antisemitische propagandawerk 'de Protocollen van de Oudsten van Zion'. (Zie ook het cursiefje hieronder voor enkele opmerkelijke beledigende en grievende opmerkingen van de LAOS-leider).

Volgens het populaire Amerikaanse blog ‘Naked Capitalism’ leidde LAOS-minister Voridis in de jaren 80 een fascistische studentgroepering. Met een zelf gefabriceerde bijl zou hij met zijn groepering de universiteits-campus afstruinen om linkse studenten te intimideren. Aan deze tijd dankt hij de bijnaam ‘de hamer’.

Karatzaferis ziet niets in de verkiezingen die de coalitiepartijen (waaronder dus ook LAOS) in de regering van nationale eenheid zijn overeengekomen. Deze verkiezingen staan gepland voor 19 februari 2012. Volgens Karatzaferis moet de brede coalitie een kans krijgen; vroege verkiezingen zouden de samenwerking dwarsbomen. De macht smaakt Georgios hoorbaar goed.

Georgios Karatzaferis in een notendop:

As a New Democracy MP in 1996, Karatzaferis he asked in parliament whether Christos Rozakis, a deputy foreign minister, was a Jew.

At the founding of his party in September 2000, he announced: "They say that to get ahead you have to be one of three things: a Jew, a homosexual, or a communist. We are none of these... Vote for a parliament without Masons, without homosexuals, without those dependent on Zionism."

A month later, he asked Prime Minister Costas Simitis in parliamant whether his daughter was "married according to Jewish ritual in Synagogue" and, if so, "why did it happen in secret."
A year later, after the 9/11 attacks, he claimed that the Israeli Mossad had advised the 4,000 Jewish workers and employees at the World Trade Center to absent themselves from work that day.

When the Israeli ambassador issued a statement condemning his allegations, Karatzaferis told viewers on his TeleAsty station that "These people [Jews] who have committed so many crimes in this land have no right to protest."
"Come now, Mr Ambassador, let's talk about the Holocaust, let's talk about the myths of Auschwitz and Dachau and those ovens; let's talk about the gas chambers to see if their walls were insulated to retain the gas or were simply made up of bricks," the Laos leader continued.

Bron: Athens News


maandag 7 november 2011

Protserige Kunstausstellung herleeft online



De Große Deutsche Kunstausstellung werd in de periode 1937-1944 acht keer georganiseerd in het Haus der Kunst (een van de eerste nationaalsocialistische bouwwerken) te München. Deze tentoonstellingen behoorden tot de belangrijkste culturele evenementen in nazi-Duitsland.  Jaarlijks bezochten circa zeshonderdduizend mensen de tentoonstelling, die ook op verkoop was gericht. Hitler was de fanatiekste inkoper en spendeerde miljoenen Reichsmark aan de potpourri van smaakvolle, protserige en ronduit nazistische kunstwerken. Recentelijk werd een gratis toegankelijke online database gelanceerd, www.gdk-research.de, waarop veel nog nooit eerder gepubliceerde afbeeldingen van kunstwerken zijn terug te vinden die tijdens de Kunstaustellungen waren te bezichtigen. De database bevat informatie over de kunstenaar, de aanschafprijs en de koper. Hiermee ontstaat een uniek inkijkje in de propagandistische kunstbeleving van de nationaalsocialisten. Weliswaar niet altijd smaakvol,  maar wel een waardevolle historische reconstructie. 

Voor een treffende interpretatie door Hans Aarsman (Volkskrant) van een foto van Hitler tijdens de Kunstaustellung, ga naar de bijbehorende bijdrage van Plenzdorf uit 2008. 

Adolf Hitler, door Fritz Erler (schilder). Aangekocht door 
Edoardo Alfieri (Italiaans fascistisch politicus) voor 25.000 Reichsmark.

Der Führer, door Hermann Joachim Pagels (beeldhouwer). 
Aangekocht door Robert Ley (Duits nazi-politicus) voor 8.000 Reichsmark.

Ostkämpfer, door Wilhelm Sauter (schilder). Aangekocht door 
Adolf Hitler voor 15.000 Reichsmark.

Rudolf Heß, door Walter Einbeck (schilder). Aangekocht 
door Adolf Hitler voor 5.ooo Reichsmark. 

woensdag 26 oktober 2011

De dag van het vrije moorden: dystopisch meesterwerk.


Sinjavski (met baard) en Daniel in de 
beklaagdenbank tijdens het showproces
Op een bloedhete dag te Moskou in de zomer van 1960 roept de Sovjetregering per decreet 10 augustus 1960 uit tot ‘de dag van het vrije moorden’. Zo begint het satirische verhaal van de Russisch dissident schrijver Yuli Daniel (1925-1988). Daniel, die veel van zijn werk publiceerde onder het pseudoniem Nikolaj Arzjak, bekritiseert in zijn verhaal Hier is Moskou (1961) onverbloemd het Sovjetregime (op dat moment onder Chroesjtsjov). Samen met zijn vriend en dissident schrijver Andrej Sinjavski (1925-1997, vaak publicerend onder het pseudoniem Abram Terts) wordt hij in september 1965 gearresteerd. In het beruchte en door het Westen sterk veroordeelde showproces ‘Sinjavski-Daniel’ werden Daniel en Sinjavski tot respectievelijk vijf en zeven jaar werkkamp veroordeeld. Het ‘Sinjavski-Daniel’ proces wordt ook wel als de eindmarkering gezien van de relatief liberale koers onder Chroesjtsjov en een hernieuwde aanscherping van het regime onder Brezjnev.
Met zijn verhaal Hier is Moskou trekt Daniel de verordeningen van het Sovjetregime op sinistere wijze in het ridicule. Mensen moeten zich volgens Daniel niet conformeren naar de sociale norm van de Sovjetregering; zie waar dat toe kan leiden! Burgers zijn verantwoordelijk voor hun eigen lotsbestemming; de regering moet niet de enige zijn die daarover beslist.

Hieronder volgt de ijzersterke opening van Hier is Moskou met de radioboodschap van de Opperste Raad:

Hier is Moskou,……., hier is Moskou. Wij geven nu de tekst weer van de verordening, uitgevaardigd door de Opperste Raad van de Bond van Socialistische Sowjetrepublieken, gedateerd op 16 juli 1960. In verband met de steeds groeiende welvaart en om aan het verlangen van de brede massa’s der werkenden tegemoet te komen...zal de zondag van de tiende augustus 1960 verklaard worden tot….de dag van het vrije moorden. Op die dag zullen alle burgers van de Sowjetunie die de zestienjarige leeftijd hebben bereikt het recht hebben willekeurige andere burgers vrijelijk te doden, met uitzondering van personen als genoemd in paragraaf één van de toelichting op de voornoemde verordering. Deze verordening zal op 10 augustus 1960 om 6 uur des voormiddags, moskouse tijd, in werking treden en eindigen om 24 uur 00.

De toelichting: Paragraaf één. In de volgende gevallen is het doden van anderen verboden: a) kinderen onder de leeftijd van zestien jaar; b) in uniform geklede militairen en leden van de militie en c) ambtenaren in dienst bij het openbare vervoer tijdens de uitoefening van hun ambtelijke funktie. Paragraaf twee. Moorden, gepleegd vóór of na de omschreven periode, alsmede moorden, gepleegd met het oogmerk om te beroven, of als gevolg van de verkrachting van een vrouw, zullen beschouwd worden als misdrijven in de zin van de wet en gestraft worden op grond van de bestaande paragrafen van het Wetboek van Strafrecht. Moskou, het Kremlin, de voorzitter van het Presidium van de Opperste Raad…

Wij brengen u nu een concert van lichte muziek….


Hier is Moskou, en andere verhalen – Nikolaj Arzjak (pseudoniem van Joeli Daniel), 1966, Polak & Van Gennep.


Moskou bij ochtendgloren (foto: Dmitry Chistoprudov)



zondag 16 oktober 2011

Spannende parallel tussen 2009 en 1638

Van Haarlem - De monnik en de begijn
John Currin - Woman of Franklin Street













Het Frans Hals Museum in Haarlem trekt een spannende parallel tussen de Amerikaanse schilder John Currin (1962) en de Nederlandse tekenaar en schilder Cornelis Cornelisz. van Haarlem (1562 -1638). Currin is ondere andere bekend van de expliciete erotiek in zijn werk.
Het Frans Hals Museum heeft Currin’s werk ‘The Woman of Franklin Street’ (2009) gehangen naast Van Haarlem’s werk ‘De monnik en de begijn’ (circa 1590). De paralellen in perversiteit en vleselijkheid zijn treffend, temeer daar Currin zijn modellen ensceneert in een weelderige 17e eeuwse kamer (al refereren sommige details in het schilderij weer naar onze tijd, zoals het muiltje met hoge hak).   
Currin laat zich onder andere inspireren door Deense porno uit de jaren 70. Waarom? Omdat de acteurs vaak opvallend lelijk en middelbaar zijn en de interieurs niet om aan te zien (zo laat hij in een interview met NRC Handelsblad weten).

Bij het werk ‘De monnik en de begijn’ houdt het Frans Hals Museum er twee mooie theorieën op na als mogelijke verklaring bij de afgebeelde voorstelling.
De meest gangbare verklaring voor deze voorstelling van een monnik en een non is dat het een 16de-eeuwse satire zou zijn op het losbandige leven van kloosterlingen: monniken en nonnen werden vaak beschuldigd van drankzucht, vraatzucht, geldzucht en onkuis gedrag. De wijn en de vruchten zouden in dit geval wijzen op een losbandig leven.
In oude catalogi van het museum is het onderwerp van dit schilderij echter beschreven als ‘het mirakel van Haarlem’. Volgens deze legende werd een Haarlemse non beschuldigd van een verborgen zwangerschap en bevalling. Men dacht haar moederschap te kunnen bewijzen door in haar borst te knijpen: als er melk uit kwam was de beschuldiging waar. Op het schilderij is dan het moment afgebeeld dat een monnik ‘in de geneeskundige wetenschappen ervaren’ in de borst van de non knijpt. Volgens de legende gebeurde er toen een wonder: er kwam geen melk, maar wijn uit haar borst. Hiermee was de vroomheid en onschuld van de non bewezen. Wijn en vruchten wijzen in dit geval op een maagdelijk leven. Welke verklaring de juiste is, is niet zeker. (Bron: Frans Hals Museum)

zaterdag 8 oktober 2011

Het Mickey Mouse gasmasker

Na de aanval op Pearl Harbour (Hawaii, 7 december 1941) werd de dreiging van een gasaanval op de Verenigde Staten, en Hawaii in het bijzonder, met de dag groter. Gasmaskers werden onder de bevolking verspreid. Voor kinderen werd een ‘Mickey Mouse gasmasker’ ontworpen om zo het schrikwekkende aanblik van het gasmasker te verzachten.



vrijdag 16 september 2011

Grootvervuiler Norilsk: sinds 1935

Dat de Russen het met het milieu niet zo nauw nemen is geen geheim. Ecologische rampen zijn onlosmakelijk met Rusland verbonden: olielekkage, grootschalige bosbranden door uitdrogende veengebieden, lekkende nucleaire scheepswrakken en de enorme uitstoot van vervuilende stoffen. Hoewel de Russen de milieuproblematiek bagatelliseren en van een rigoureuze aanpak van de vervuiling niet willen weten, is het vanuit westers perspectief ook wel makkelijk oordelen over een land waar de industrialisatiepolitiek tot in extremen is doorgevoerd tijdens de periode van de Sovjet-Unie. De economie van het land draait daardoor nog steeds met name op de zware industrie. Fabrieken zijn echter veelal verouderd. Met begrippen als ‘grootschalig onderhoud’ en ‘milieubesparende maatregelen’ maken milieuorganisaties bij lokale autoriteiten geen goede sier. Bovendien is de corruptie vaak sterker dan een schoon geweten.
Het statistisch bureau van de Russische Federatie, Rosstat, presenteerde dit jaar een lijst van de 56 meest vervuilende Russische steden (bron: nieuwsagentschap Ria Novosti). De top 5 (o.b.v. uitstoot vervuilende stoffen in kiloton per jaar):

Norilsk                     1924 kiloton
Cherepovets          333,3 kiloton
Novokuznetsk       301,1 kiloton
Lipetsk                     299,1 kiloton
Magnitogorsk        231,9 kiloton

Koploper Norilsk is de noordelijkste stad in Siberië en huisvest mijnbouwbedrijf Norilsk Nikkel, dat in 1935 met dwangarbeiders uit de goelagkampen werd opgebouwd. Oorspronkelijk concentreerde het bedrijf zich op de winning van nikkel, maar inmiddels is het bedrijf ook groot in de winning van palladium, kobalt en koper. Volgens een uit 2007 daterende ranglijst van het Amerikaanse Blacksmith Institute  behoort Norilsk tot de tien meest vervuilde steden in de wereld. Circa 16% van de sterfgevallen onder kinderen wordt veroorzaakt door ziektes aan de luchtwegen. Ook het Russische Dzerzjinsk (nabij Moskou), waar vroeger chemische wapens werden geproduceerd, staat in de top tien van het Blacksmith. De gemiddelde leeftijdsverwachting in Dzerzjinsk is schrikbarend: mannen 42, vrouwen 47. Dit soort cijfers laat zien dat de grootschalige vervuiling in Rusland zijn tol eist. Geen oligarch die daar wakker van lijkt te liggen, ook grootaandeelhouder Vladimir Potanin van Norilsk Nikkel niet. Zo zullen de schoorstenen in Norilsk, aan het oog van de wereld onttrokken in het afgelegen Siberië, voorlopig trouw blijven walmen.


Ligging Norilsk (Google maps)




Fabriek van Norilsk Nikkel, gebouwd in 1935 door dwangarbeiders.



donderdag 1 september 2011

Rusland boven de poolcirkel...

Foto: Jerzy Plenzdorf