maandag 27 juli 2009

La danse érotique: décadanse

De Franse muziekvernieuwer en erotiseur, Serge Gainsbourg (1928-1991), introduceerde na verschijning van zijn legendarische album L’Histoire de Melody Nelson de zogenaamde Décadanse; imiddels een cultbegrip.
De Décadanse: de man neemt 'zijn kortgerokt meisje' bij de boezem, wrijft zijn kruis tegen haar kont, en al doende wiggel-waggelt het paar over de dansvloer op stroperige kleefmuziek.

Serge demonstreert La Décadanse met zijn minnares en artistieke geestgenoot, Jane Birkin.

zondag 26 juli 2009

Dessau, genau wie es war.....(5)

vrijdag 10 juli 2009

Kombinaten achter de Oeral - de magneetbergen van Magnitogorsk



Toen in het jaar van 1929 de eerste kolonisten in de Oeral aankwamen, troffen ze zo goed als niets aan. Tot aan het besluit van de Raad van Volkscommissarissen op 17 januari 1929 is er bijna alleen maar een voorgeschiedenis: zo is er de legende van de Mongoolse heerser Batu Khan, wiens paarden met hun hoeven aan de magneetberg bleven hangen, en het verslag van de wereldreiziger en franciscaner monnik Giovanni Carpini uit de 13e eeuw over het ongewone gedrag van zijn kompasnaald in dit gebied.

Vanuit de hoogte van het vliegtuig gezien is het een roestkleurig, kunstig bewerkt reuzenspeelgoed, dat titanen hier hebben laten vallen of liggen. Een grandioos silhouet van schoorstenen en hoogovens, zwart geworden door het vuur en roet.

Karl Slögel – hoogleraar Oost-Europese geschiedenis (Europese Universiteit Frankfurt)

Het overgrote deel van de bepantsering van de Sovjet-Unie stamt uit de triade Tsjeljabinsk, Nizhny Tagil, Magnitogorks. Deze drie steden achter de Oeral gaven vanaf de jaren dertig gestalte aan wat de meest prestigieuze ijzerverwerkende metallurgische productiefaciliteiten ter wereld moesten en zouden worden. De leidende Amerikaanse ertswinning moest als voorbeeld dienen voor een alles overstijgend industrieel imperium, veilig verscholen aan de loefzijde van de Uralsky gory. In de jaren dertig verrezen honderden schoorstenen en ‘smeltpotten’ in de regio Tsjeljabinsk voor de valorisatie van ijzererts. De grote ijzer- en staalhonger werd in eerste instantie aangewakkerd door een enorm lucratieve export naar Europa. Met de naderende oorlogsdreiging werd de megalomane productie al snel aangewend voor de binnenlandse wapen- en fortificatie-industrie.
De industrialisatiedoctrine van Stalin kreeg zijn beslag in zogenaamde Vijfjarenplannen. Het eerste Vijfjarenplan (1928-1932) was gericht op de landbouwcollectivisatie en het opzetten van een grootschalige ontginnings- en hoogovenindustrie in het gebied dicht achter het Oeralgebergte. In een ziedend tempo werden spoorlijnen doorgetrokken, arbeiders en ingenieurs overgeplaatst en werd buitenlandse expertise en technologie voor groot geld ingehuurd. Provisorische huisvesting (lees barakken) moest de arbeiders enige beschutting bieden tegen de uitersten van hete zomers en extreme winters. Het tijdbestek waarbinnen dit alles werd gerealiseerd, werkte onveiligheid en onkunde in de hand.

John Scott was erbij. Als eenentwintigjarige Amerikaan, geboren in een progressief gezin en gecharmeerd van socialistisch heil-denken, was hij vol drift om bij te dragen aan de opbouw van een nieuwe centraal geleide welvaart. Scott was hierin niet de enige Amerikaan; zelf zegt hij het zo:

Thousands of Americans were departing for that strange, far-off, and mysterious land of Soviet socialism, some out of political conviction, others desperate for work, and not a few in search of adventure. In addition the prominent and not-so-prominent ‘personalities’ who traveled to the Soviet Union there was a sizeable number of American engineers and skilled workers who went to direct or take part in the great project for the Five-Year Plan.


Stalins Ural Stronghold - Magnitogorsk

Via Parijs en Berlijn reisde Scott, afgestudeerd in de Griekse cultuur aan een vrijzinnige experimentele faculteit van de universiteit van Wisconsin, af naar Magnitogorsk om als lasser aan de slag gegaan. Scott stortte zichzelf in een ware apocalyps en schreef zijn ervaringen op: de cultuuromslag, de taal, de primitieve en harde leefcondities, schaarste, zware arbeid en het beangstigende optreden van de geheime diensten. Het boek van Scott is goed gedocumenteerd met opvallend gedetailleerde productiestatistieken. Aan het einde van zijn vijfjarige verblijf in Magnitogorsk informeerde Scott tevens de Amerikaanse overheid in detail over de productiefaciliteiten te Magnitogorsk. Tegenwoordig wordt het boek van Scott als een van de meest natuurgetrouwe getuigenissen beschouwd van de bouwmanie achter de Oeral die de slagvaardigheid van het militaire apparaat aanzienlijk en cruciaal vergrootte met het oog op de naderende wereldoorlog. De hoogovens hebben in dit opzicht een grote geschiedkundige waarde: technologische versnelling, machtsvertoon, ‘arbeid’ in de meest socialistische zin van het woord en het intreden van de 24-uurs economie.

Scott geeft een goed beeld van de eensgezinde gemeinschaftsgeist die heerste onder de duizenden arbeiders. Dat Scott de voorstelling van zaken soms in een zonniger daglicht plaatst dan ze daadwerkelijk waren is hem niet kwalijk te nemen; zijn inborst was in die tijd dronken van idealisme. Ondanks de bikkelharde omstandigheden boezemt Scott’s adaptatievermogen ontzag in. Dit zegt mijns inziens niet alleen veel over Scott zelf, maar ook over de ideologische uitwerking op de mensen; namelijk het gemeenschappelijke gevoel bij te dragen aan het schijnbaar onmogelijke. De vele arbeidersploegen concurreerden onder elkaar om een zo hoog mogelijk productie op hun hoogoven te halen (dit wordt mooi beschreven in Time Forward van Valentin Katayev). Een hoge productie gaf recht op privileges en eerwaardigheid. Dit was een slim doctrine-instrument waardoor een atmosfeer werd aangekweekt waarbinnen de productie tot het maximaal haalbare werd opgedreven.



De opbouw van de kombinaten van Magnitogorks was een gevecht tegen de tijd. De opperste Sovjet stelde vaak irrealistische en mensonterende doelstellingen. Het gevolg was dat constructies die nog maar net in gebruik waren genomen al spoedig toe waren aan de eerste reparaties. Explosies, scheuren in het plaatwerk, een gebrekkig verantwoordelijkheidsgevoel en oververmoeid onervaren personeel vormden een bron van ellende. De allesverzengende autoriteit in Moskou tolereerde bovendien geen vertragingen, wel het verlies van mensenlevens. Scott schrijft:

A huge explosion at the factory by incorrect handling of a tapping hole. Two weeks previous to the disaster everybody concerned with the furnace had known that the tapping hole was in bad shape. The foreman told the superintendant, who told the director, who told Zavenyagin, who telephoned Ordjonokidze, the People’s Commissar of the USSR for the whole industry. Nobody realized the dangers of a bad tapping hole, and no one wanted to take responsibility for shutting down the furnace prematurely at a time when the country needed pig iron very badly.

De geheime dienst NKVD was zeer fijnmazig vervlochten met de gehele leefgemeenschap en bestuurlijke elite in Magnitogorsk. Scott beschrijft de steeds grimmigere handgreep van de NKVD; de beschuldiging van antirevolutionaire handelingen hing , zoals overal in de Sovjet-Unie, aanhoudend in de lucht. Verbittering en ironie bij Scott:

A maxim currently used by viligant Communists and others was: ‘In every backward department there is a wrecker’. The results of the application of such an affirmation are obvious. They played into the hand of the growing apparatus of the NKVD (whose local and national leaders at that time appear now to have been wreckers themselves). Many people reacted by shunning all responsibility. Another maxim became known: ‘Nowadays it is a good thing to be a telegraph pole’.

Behalve het zware kaliber leven dat de ijzer- en staalindustrie met zich meebracht beschrijft Scott ook de aanvankelijke tevredenheid onder de mensen met de schaarste die er was. Bovendien, de arbeiders gingen er in eerste instantie daadwerkelijk op vooruit. De productie van een grote stroom consumentengoederen kwam op gang die het leven op allerlei manieren veraangenaamden. Scott huwt een Russische vrouw te Magnitogorsk, krijgt kinderen, en gezamenlijk vormen ze een knus gezin onder de verduisterende rook van het Metallurgisch Kombinaat Magnetogorsk (MMK). De waanzin van het leven van alle dag ontgaat Scott echter niet; je spoelt niet alles even weg met een glaasje wodka. Scott:

The hospital lay between the Metallurgical Institute and the street car line, and we of the Institute would stream thorough on our way to and from classes every evening. For two years a large barrel stood outside the maternity ward. On seeing it for the first time on my way to the Institute I looked into it curiously. After that I tried not to notice it when I passed. But one winter night I stumbled and fell over something on the ground. Examination proved it to be an afterbirth which had spilled out of the barrel and frozen to the ground.

Naarmate de oorlog echter dichterbij kwam werd de productie meer en meer gericht op het uitbouwen van het militair apparaat; ten koste van de inmiddels broodnodige behuizing en huishoudelijke goederen. Scott verlaat uiteindelijk in 1938, na vijf jaar dienstbaarheid, het Russisch achterland dat enkele decennia later zal verworden tot één van de meest vervuilde gebieden wereldwijd. Uit de schoorstenen valt jaar na jaar 870 miljoen ton roet op de omgeving neer, schrijft historicus Schlögel. Zuiveringsinstallaties waren en zijn tot op de dag van vandaag gebrekkig, vaak kapot of worden uit zuinigheidsoverweginginen
’s nachts uitgeschakeld. “Een dag Magnitogorsk tekent zich af in het bruinkleuren van het badwater” vertelt een vriendin van mij uit eigen ervaring; de vuile lucht zet begerig zijn sedimenten. De levensverwachting in dit gebied is nog steeds achtergesteld bij de rest van Rusland.

Het grote ijzeren hart van Rusland heeft inmiddels moeite met kloppen. Een bypass die kans van slagen heeft voor de toekomst van deze regio is niet triviaal. Duurzaamheid zal in het vuil van Magnitogorsk moeilijk ontkiemen. Een diversificatie van de industrie is vanuit mijn bescheiden visie heel snel vereist om over honderd jaar geen spooksteden gelijk Prypjat (bij Tsjernobyl) te creëren. Van de huidige economische spiraal profiteert, naar ik vrees, alleen het goedkopere escortsegment.



Nizhny Tagil





woensdag 8 juli 2009

Bruisende leegte en neerslachtigheid



Een mooie landelijke weg krult langs het Scheringa imperium te Wognum en de ringstekers van het gehucht Wadwaij naar Spanbroek alwaar het Scheringa museum voor Magisch Realisme is gevestigd. Alhier etaleert de familie Scheringa dat het verkopen van snode financiële producten heel goed samengaat met nobele initiatieven, zoals een museum waarin de verantwoorde smaak van ex-politieman Dirk S. voor het voetlicht wordt gebracht. Ik wil het hier niet over deze West-Friese struikrovers hebben, des te meer over hun museum. Het zijn momenteel niet de Willinks, Toorops en Margrittes die de expositieruimtes domineren. Schilder Terry Rodgers is gastexposant, en daarmee worden de zeden in Spanbroek aangenaam getart.
Rodgers (1947) schetst een beeld van steenrijke Amerikaanse jongeren die zich in luxueuze villa’s laven aan champagne, sigaretten en verveling. De jongeren bezitten een arrogante exhibitionistische uitstraling. Er is geen plaats voor lelijke mensen. Enkel met ultieme schoonheid, gelardeerd met merklingerie en lichaamssieraden, kan men zich verheffen tot deze elitaire orgies. Toch lijkt deze materialistische overvloed en lichamelijke zuiverheid niet zaligmakend. Ondanks de beladen erotiek toont Rodgers afwezige eenzame blikken. Als kijker geeft dit reden tot opluchting; het oorspronkelijke gevoel van minderwaardigheid zet zich al snel om in medelijden. Wie de blikken volgt zal geen kruisende lijnen kunnen ontwaren. Het zijn stuk voor stuk individuen wier behoeften onvervulbaar zijn, wier leegtes onopvulbaar, wier lusten onbevredigbaar. Een geaffecteerde en irritant gesticulerende conservatrice geeft in een filmpje in het museum een toelichting op Rodgers werk. De schilderijen van Rodgers weerspiegelen niet een werkelijke ervaring van de kunstenaar zelf. Hij maakt foto’s van professionele modellen en hij fotografeert jongeren op straat die aan het beeld van zijn composities voldoen. Vervolgens stelt hij de huiskamerbacchanalen samen en vereeuwigd deze hyperrealistisch op het doek. Rodgers werk prikkelt diep, en schittert tussen jaloezie en afgunst. Ondanks deze overweldiging mag Rodgers als armoedig worden betiteld wat betreft de ontwikkeling die zijn stijl doormaakt. De reeksen van gelijksoortig verwaand erotisme lijken onuitputtelijk en gelijksoortig; hierdoor verwordt zijn werk tot een affiche.

Klik op de afbeeldingen om deze te vergroten