woensdag 13 juli 2011

Bruinkool, embleem van het Oosten

In het Duitse Eschweiler (district Aken) ligt de bruinkoolcentrale Weisweiler, oftewel op z’n Duits Kraftwerk Weisweiler. De centrale verbrand per jaar circa 20 miljoen ton bruinkool. De bruinkool wordt gewonnen in de nabij gelegen bruinkoolmijn Inden. In een onderzoek van het Wereld Natuur Fonds uit 2005 staat de centrale Weisweiler op de zesde plek van een ranglijst van de 30 van de meest vervuilende energiecentrales van Europa. Jerzy Plenzdorf trok naar Eschweiler om het getormenteerde maar indrukwekkende landschap van de bruinkoolwinning vast te leggen op een grauwe regenachtige dag. Zo’n dag waarbij de bruinkoolwinning goed gedijt.

Bruinkool was in de voormalige Sovjetunie het smeermiddel van de industrialisatie. De kolossale diepbruine mijnbouwcomplexen, waarnaar je in veel voormalige Oostbloklanden niet lang hoeft te zoeken,  zijn emblematisch voor een systeem dat achteraf een economische en ecologische farce is gebleken.

Bruinkoolwinning bij Eschweiler (foto's Jerzy Plenzdorf)




Controverse rond bruinkool in een notendop
Bruinkool is een omstreden energiebron. Door het hoge zwavelgehalte draagt bruinkool bij aan zure regen. Moderne centrales zijn steeds beter in staat de zwaveluitstoot af te filteren. Bruinkool heeft een lage verbrandingswaarde (lager dan bijvoorbeeld steenkool) waardoor relatief veel bruinkool moet worden verbrand om genoeg energie op te wekken. Daarbij leidt de winning van bruinkool tot landschapsvervuiling. In tegenstelling tot steenkool ligt bruinkool vaak dicht aan de oppervlakte waardoor de winning goedkoper is omdat de delving niet via schachten hoeft plaats te vinden.

Grondafgravingsmachine
op postzegel uit DDR
Behalve in Zuid-Limburg, zit in Nederland nauwelijks bruinkool in de grond. Des te meer bij onze oosterburen. Tot 1989 was de voormalige DDR zelfs de grootste bruinkooldelver ter wereld.
Dat de rol van bruinkool nog lang niet is uitgespeeld moge blijken uit een relatieve blik op de energievoorraden. Na de moeizaam invangbare zonne-energie zijn kolen (bij de huidige technologische tussenstand) de tweede omvangrijkste energiebron op aarde. Daarmee speelt de kolenmarkt een economische rol die zwaar tegenwicht biedt aan de wereldwijde milieulobby. Waarvan getuige alleen al dit bericht.

zaterdag 2 juli 2011

Das AK-47 „Kalaschnikow“: Ein tödlicher Klassiker

AK-47 Schnellfeuergewehr

Avtomat Kalashnikova 47, ofwel de AK-47. De '47' staat voor het jaar 1947, het jaar waarin de vinding van Michail Kalasjnikov (1919, Kurija, Rusland) in productie werd genomen door het Russische leger. Volgens een rapport van Oxford University zijn er circa 100 miljoen wapens in omloop die tot de Kalasjnikov-familie kunnen worden gerekend. Het geheim achter het succes? De eenvoud. Een kind is in staat het geweer te assembleren. Waar menig oververhitte geweerloop krom trekt als deze wordt afgekoeld met water, de Avtomat Kalasjnikov 47 geeft geen krimp. Wapendeskundige Ko Colijn van Instituut Clingendael ziet de AK-47 als een equivalent van de pizza: iedereen kan hem bakken en hij wordt overal verkocht. Het is allang niet meer de mysterieuze uitvinding van achter het IJzeren Gordijn. De AK-47 is alomtegenwoordig, heeft meer doden dan de atoombom op zijn geweten (om een omstreden vergelijking te noemen) en, de markt voor de AK-47 is nog steeds goed.
Het Radio 1-programme OVT bracht recentelijk een tweedelige radiodocumentaire over de AK-47. Op de achtergrond is het geluid van een ideëel reclamefilmpje van Oxfam Duitsland te horen (een parodie op Tel Sell), begeleid d00r het aanstekelijke nummer ‘Kalasjnikov’ van Goran Bregović uit Bosnië en Herzegovina.