|
Feuchtwanger
(links) op bezoek bij Stalin (midden), 1937 |
Lion Feuchtwanger (1884-1958) was
een prominent Duits schrijver ten tijde van Weimar Duitsland (~1919-1933). Hij
werd onder andere bekend met zijn novelle Jud Süß (1925), welke later door
Josef Goebbels zou worden misbruikt voor een sterk antisemitische verfilming.
Feuchtwanger was een fervent tegenstander van Hitler en de nazipartij en werd
in 1933 tot persona non grata verklaard door de nazi’s. Zijn boeken eindigde op
de brandstapel tijdens de boekverbranding in 1933.
Vanaf 1933 woont Feuchtwanger in
Frankrijk. Wanneer Duitsland in 1940 Frankrijk binnenvalt, weet hij met zijn
vrouw te vluchten naar de Verenigde Staten. Zijn aanvankelijke
vriendschappelijkheid jegens Stalin zou zijn naturalisatie tot Amerikaans
staatsburger behoorlijk vertragen.
Van november 1936 tot februari
1937 brengt Feuchtwanger een bezoek aan de Sovjet-Unie. Feuchtwanger besluit
zijn ervaringen aan het papier toe te vertrouwen in een kort reisverslag dat in
1937 door Querido Amsterdam werd uitgegeven onder de titel Moskau 1937. Ein Reisebericht für meine Freunde. Feuchtwanger
beoogde hiermee een radicaal ander geluid te laten horen dan zijn Franse
tijdgenoot André Gide, die een jaar eerder gedesillusioneerd terugkeerde uit de
Sovjet-Unie, en scherp uithaalde naar de vermaledijde heilstaat in zijn reisverslag
Terug uit Sowjet-Rusland
(Plenzdorf schreef over dit werkje in 2009). Moskau 1937 zou
Feuchtwanger op zeeën aan kritiek komen te staan onder zijn literaire
tijdgenoten en zou zijn intellectuele reputatie niet onaangetast laten.
Feuchtwangers
reisverslag is echter ook veelzeggend voor de turbulente tijd, het late interbellum,
waarin hij de Sovjet-Unie met zijn bezoek vereerde. West-Europa was in de greep
van het fascisme en de communistische tegenkrachten in het Oosten brachten
zelfs een begenadigd literator als Feuchtwanger tot wankelen. Hij zag in de
Sovjet-Unie of ‘Stalinstaat’, zoals hij deze zelf betitelde, wat hij wilde
zien. Om zijn waarneming kracht bij te zetten redeneerde hij zo nodig met een
omweg, om zodoende dubieuze praktijken van het regime te vergoelijken en
kritische uitlatingen van collega’s over de Stalinstaat te ontzenuwen. Hoe zeer
Feuchtwanger met Moskau 1937 ook de plank mis sloeg, gewaarschuwd door
voorgangers zoals André Gide, het is en blijft een waardevol document ter
illustratie van de menselijke ontreddering ten tijde van het interbellum. Moskau
1937 is een fascinerend verslag, temeer daar je als lezer weet tot wat voor
potentaat Stalin zou uitgroeien (en in de tijd van Feuchtwangers bezoek al was).
Feuchtwanger had de eer om Stalin persoonlijk te ontmoeten voor een gesprek.
Feuchtwangers beschrijving van zijn indrukken tijdens deze ontmoeting voeren je terug naar Moskou, 1937, in
gezelschap van een verwarde man in een verwarde tijd. Niets menselijks was
Feuchtwanger vreemd.
Uit Moskau 1937 volgen hieronder een aantal citaten om te illustreren
hoe Feuchtwanger worstelt met de indrukken die hij opdeed tijdens zijn bezoek
aan de Sovjet-Unie.
Feuchtwanger opent met de
constatering dat de Sovjetmaatschappij een bureaucratische maatschappij is:
Erlaubnisschein, ist eines der ersten
russischen Worte, das der Ausländer erlernen muß.
Tijdens zijn reis door de
Stalinstaat spreekt Feuchtwanger een meisje van het platteland. Hij is
duidelijk onder de indruk:
Ein Mädel vom Land:
Vor vier Jahren konnte ich nicht lesen und
schreiben, und heute kann ich mich mit Feuchtwanger über seine Bucher
unterhalten. – dieser Stolz legitim und kommt aus einem so tiefen
Einverstandensein mit der Sowjetwelt und mit der eigenen Stellung der Sprecherinnen
innerhalb dieser Welt, daß sich dieses Glücksgefühl auch auf den Hörer
übertragt.
Vanaf 1928 vestigden zich joodse
kolonisten in een gebied in het Verre Oosten dat door Stalin was uitgeroepen tot de autonome
provincie Birobidzjan. Stalin had het niet zo goed op de joden staan als uit
deze geste om een autonome provincie op te richten zou kunnen worden opgemaakt.
Het was eerder een manier om van de Russische joden vrijwillige ballingen te
maken (zoals Herman Vuisje 2-6-2011 in De Groene Amsterdammer suggereert), die
bovendien mooi konden meehelpen de dunbevolkte grensstreek met China te
koloniseren. Bovendien was het door Stalin aangewezen gebied geen paradijs: het betrof moerasland, geteisterd door de muggen in de
zomer en een hels klimaat in de winter (bij een gemiddelde temperatuur van min
30 graden).
Feuchtwanger
schrijft:
…das man den Juden zur Errichtung ihres
Nationalstaates anbot und in dem sie sich angesiedelt haben, abgelegen und schwierig,
aber voll von unbegrenzten Möglichkeiten.
Feuchtwanger citeert uit een
speech van Stalin voor een publiek van zogenaamde Stachanov-arbeiders (i.e. modelarbeiders),
om uit te leggen dat het begrip ‘vrijheid’ relatief is wanneer deze vrijheid
tot resultaat heeft dat burgers niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien:
Sehr populär gab Stalin ähnlichen Gedanken
Ausdruck in einer Rede vor Stachanow-Arbeitern. »Leider«, meinte er, »ist es
mit der Freiheit allein bei weitern nicht getan. Wenn es an Brot mangelt, wenn es
an Butter und Fetten mangelt, wenn es an Kleidungsstoffen mangelt, wenn die
Wohnverhältnisse schlecht sind, dann kann man mit der Freiheit allein nicht viel
anfangen. Es ist sehr schwer, Genossen, von der Freiheit
allein zu leben. Um gut und glücklich leben
zu können, müssen die Guter der politischen Freiheit durch materielle ergänzt
werden.«
Feuchtwanger stelt zich vervolgens
voor het dilemma:
…was ziehst du vor: daß die große Masse
weniger Fleisch, Brot und Butter
und du dafür mehr Schreibfreiheit oder daß
du weniger Schreibfreiheit bekommst und die große Masse dafür mehr Brot,
Fleisch und Butter?
Das ist, für einen Schriftsteller von
Verantwortung [hij doelt op zichzelf, JP], kein leichtes
Problem.
Feuchtwanger vervolgt met een
verheerlijking van Stalin:
Seine Argumente kommen langsam, sie
appellieren an den gesunden Menschenverstand von Leuten, die gründlich, aber
nicht schnell begreifen. Vor allem aber hat Stalin Humor, einen umständlichen,
verschlagenen, behaglichen, manchmal grausamen Bauernhumor.
Er zitiert in seinen Reden gerne humoristische Anekdoten aus populären
russischen Schriftstellern, er kostet diese Anekdoten aus, gibt die
Nutzanwendungen, seine Reden lesen sich streckenweise wie
altväterische Kalendergeschichten.
Door een moralistisch grapje van
Gide te citeren tracht Feuchtwanger uit te leggen dat de Sovjetbevolking
serieus genomen wenst te worden:
Dem Schriftsteller Andre Gide ist ein
Arbeiter untergekommen, ein >Stachanowist<, ein Rekordarbeiter also, der,
wie man Gide berichtete, >in fünf Stunden die Arbeit von acht Tagen leisten
konnte, oder vielleicht auch in acht Stunden die Arbeit von fünf Tagen, ich weiß
das nicht mehr genau. Ich erkühnte mich<, fährt Gide fort, > zu fragen,
ob das nicht etwa heißen soll, daß der Mann vorher acht Tage brauchte, um die
Arbeit von fünf Stunden zu leisten<, und er wundert sich, daß seine Frage frostig
aufgenommen wurde und man es vorzog, nicht zu erwidern.
En dan volgt hier een zeldzame kritische noot van Feuchtwanger richting Stalins repressieve politiek waarin
alles en iedereen ervoor beducht moet zijn om niet voor sabotage te worden
opgepakt:
Allmählich aber ist in der Bevölkerung eine
richtige Schädlingspsychose entstanden. Man hat sich angewöhnt, alles, was
schiefgeht, mit Sabotage zu erklären, während sicherlich ein großer Teil der Mängel
schlicht
und einfach auf Unfähigkeit zurückzuführen
ist.
Feuchtwangers geloof in de
socialistische heilstaat slaat hier onomwonden toe:
Jeder sechste Rubel des Gesamteinkommens der
Union wird für Verteidigungsmaßnahme gegen die Faschisten benötigt. Das ist ein
hartes Opfer. Der Sowjetbürger weiß, alle die Mißstände, die heute noch das
Leben in der Union schwieriger machen als
in den westlichen Staaten, wären längst behoben, hätte man nur diesen sechsten
Rubel zur Verfügung gehabt. Jeder Einzelne könnte sich besser kleiden, könnte
besser wohnen. Aber die Sowjetbürger wissen auch,
daß an ihren Grenzen bösartige Narren darauf lauern, über sie herzufallen, und
daß sie diese Grenzen wirksam schützen müssen. Sie bauen deshalb an der
Aufrichtung ihrer sozialistischen Wirtschaft…
Om een voorbeeld te geven van
Feuchtwangers dwangmatige manier om ten gunste van de Stalinstaat te redeneren,
citeer ik zijn opmerking waarmee hij het conflict tussen Stalin en revolutionair en dissident
Trotski afdoet. Stalin probeert middels zijn propaganda het beeld te verspreiden dat
Trotski (uit een joods gezin) zou heulen met de Duitse fascisten (overbodig te
noemen dat het hier om een pertinente leugen gaat). Feuchtwanger:
Wenn Alkibiades zu den Persern ging, warum
nicht Trotzki zu den Faschisten?
Feuchtwanger
mocht tijdens zijn bezoek aan de Sovjet-Unie ook een van de beruchte
showprocessen bijwonen, een uiting van Stalins politiek van Rode Terreur.
Tijdens dit proces werden de volkscommissaris van zware industrie, Georgi
Pjatakov (eens toeverlaat van Lenin in financiële zaken), Karl Radek (die in
1917 samen met Lenin in een verzegelde trein via Duitsland naar Rusland was
teruggekeerd), Grigori Sokolnikov (lid van het eerste Politbureau van 1917) en
veertien andere voormalige aanhangers van Trotski berecht op beschuldiging van
industriële sabotage en spionage.
Feuchtwanger
trekt een vergelijking met ‘revolutionairen’ die door Hitler zijn
terechtgesteld. Een pijnlijke uitglijder:
Vor den Hitlergerichten erklären
Revolutionäre zu Hunderten:
>Ja, ich habe das getan, was mir
vorgeworfen wird. Ihr könnt mich umbringen, aber ich bin stolz auf das, was ich
getan habe.< An sich also haben die Zweifler recht, zu fragen: warum hat von
diesen Trotzkisten
keiner so gesprochen? Warum hat von diesen Trotzkisten
keiner gesagt: >Ja, euer Stalinstaat ist falsch. Trotzki hat recht. Was ich
getan habe, war gut. Bringt mich um, aber ich stehe dafür ein.<
Allein es gibt auf diesen Einwand eine
schlagende Antwort. Diese Trotzkisten haben einfach deshalb nicht so gesprochen,
weil sie eben nicht mehr an Trotzki glaubten, weil sie innerlich nicht mehr für
das einstehen konnten, was sie getan hatten, weil ihre trotzkistische Überzeugung
durch die Fakten dergestalt widerlegt worden war, daß Männer mit sehenden Augen
nicht mehr an sie glauben konnte.
Dat de
veroordeelden door intimidatie en foltering tot marionetten van de rechter waren
gemaakt, was in die tijd weliswaar niet tot in details bekend. Dat deze processen
schijnvertoningen waren, was in het Westen echter geen geheim.
Dat Feuchtwanger
ongetwijfeld dubbend en behoedzaam heeft rondgereisd door de Sovjet-Unie moge
blijken uit een citaat uit zijn KGB-akte:
Feuchtwanger KGB-akte, 3-1-1937
Heute fragte er mich [i.e. de KGB-beambte, JP] unvermittelt: »Stimmt
es, daß Pasternak [i.e. Russisch dichter/schrijver, JP] in Ungnade gefallen ist«, weil sein Schaffen »nicht mit der
Generallinie der Partei übereinstimmt«? Dann erzählte er einen antisowjetischen Witz. Als
ich befremdet fragte, wer ihn denn mit solchen »Informationen« versorge, gab er
mir keine Antwort.
D. Karawkina
Moskau 1937. Ein Reisebericht für
meine Freunde. – Lion Feuchtwanger – Aufbau Taschenbuch Verlag