zaterdag 29 mei 2010

Gesteggel om nazi-goud

“Ondanks het gebrek aan politiek gezag, kunnen Den Haag en DNB toch met een zekere tevredenheid terugkijken op de goudlobby.” Dit stelt Corry van Renselaar in Partij in de marge. Oorlog, goud en De Nederlandsche Bank (2005). Zij onderzocht hoe Nederland manoeuvreerde om 146 duizend kilo goud terug te krijgen, dat de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog hier roofden. Daarvan gaven ze maar 77 duizend kilo terug.

Van Renselaar spreekt van een “blinkend resultaat”, terwijl nog niet de helft van het geroofde goud naar Nederland is teruggekeerd. Bovendien verwijt Van Renselaar Den Haag “een gebrekkig oog voor de politieke realiteit.” De Nederlandse overheid maakte fouten in de naoorlogse onderhandelingen over de teruggave van het goud. De Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk organiseerden de restitutie. De Nederlandse regering had nauwelijks inspraak en de geallieerden maakten afspraken buiten Nederland om.

Toch oordeelt Van Renselaar dat de Nederlandse overheid en DNB tevreden kunnen zijn. “De schade die Nederlandse burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben opgelopen door vorderingen en roof bedraagt 1,8 miljard euro. Daarvan heeft Duitsland nog geen 4% vergoed. Naar verhouding hebben de inspanningen om het geroofde monetaire goud terug te krijgen, veel meer opgeleverd”.

Spoed
De Nederlandsche Bank maakt zich eind jaren dertig grote zorgen over de Nederlandse goudvoorraad. “Onze nationale reserve zou Berlijn dolgraag inpikken” leest Van Renselaar in het dagboek van de zakenman Heldring die dan commissaris is bij DNB. Nederland is alert en in de maanden na de ‘Anschluss’ van Oostenrijk verscheept DNB met grote spoed zijn goud. Op de dag van de Nederlandse capitulatie ligt meer dan 80% al in het buitenland.

Stommiteit
Ondanks dat de overheid een groot deel van het monetaire goud in veiligheid bracht, bemachtigde de bezetter maar liefst 146 ton Nederlands goud. “Het goud dat lag opgeslagen in Amsterdam was vóór de Duitse inval van 10 mei 1940 helemaal ondergebracht in het buitenland.” Met het Rotterdamse goud ging het mis. “Een loodsboot met 11 ton aan boord liep op een mijn en zonk in de Nieuwe Waterweg. Honderd ton bleef in de Rotterdamse kluizen achter”, meldt Van Renselaar. Door een stommiteit van het kabinet kwam nog eens 35 ton Nederlands goud in Duitse handen. “Enkele dagen voor de oorlog besloot het kabinet goud te vorderen van Nederlandse burgers zodat DNB zijn goudvoorraad kon aanvullen. Terugdraaien van deze maatregel was onmogelijk na de capitulatie.” Zo werd de Duitse schatkist extra gespekt.

Grote ‘pool’
In 1946 richtten de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk een instantie op om de gedupeerde landen hun gestolen goud terug te geven. Deze Tripartiete Commissie voor de teruggave van het monetaire Goud (TGC) besloot het goud dat in Duitsland was teruggevonden in één grote ‘pool’ te storten. De Nederlandse overheid stemde in met de afhandeling door de TGC. Nederland diende bij de TGC een claim in van 146 duizend kilogram monetair goud.

Ideale huisbankier
Zwitserland speelde een dubieuze rol in het goudspel. Zwitserland was “de ideale huisbankier van nazi-Duitsland.” De Duitsers verkochten veel van het geroofde goud in ruil voor Zwitserse franken. "Zo kwam ruim driekwart van het geroofde Nederlandse goud daar terecht”, licht Van Renselaar toe. Zonder medeweten van Nederland koopt Zwitserland in 1946 alle aanspraken van andere landen op zijn goud af door eenmalig 52 ton goud af te dragen aan de TGC. Van Renselaar veronderstelt dat de Zwitsers doelbewust verzwegen dat zij veel meer geroofd goud bezaten dan zij in 1946 met de TGC overeenkwamen.

Gezichtsverlies
De Nederlandse regering raakt in 1958 in conflict met de TGC. De 35 ton goud die de overheid vlak voor de oorlog van de burgers vorderde beschouwde de TGC niet als monetair goud. De TGC redeneerde dat DNB het goud destijds innam als agent van de Duitse bezetter. “Om geen gezichtsverlies te lijden heeft de Nederlandse overheid niet aan de TGC gemeld dat de vordering door de Nederlandse overheid zelf was voorbereid”, onderstreept Van Renselaar.
“Bovendien verloor de regering grip op de goudlobby nadat ze zich aansloot bij de TGC.” Het Nederlands belang was ondergeschikt aan strategische overwegingen van de TGC in de kilste jaren van de koude oorlog.

700 miljoen
“Nederland heeft een evenredig deel uit de pool ontvangen. Ondanks een lesje politieke nederigheid komt Nederland dus niet als een verliezer uit de strijd”, constateert Van Renselaar. “Bijna de helft van het geroofde goud ligt weer achter de kluisdeuren van DNB.” Het kabinet Kok maakt in 2000 een einde aan de twist om het goud. Zij trekt de resterende claim ter waarde van 700 miljoen euro in. Hiermee komt voor Nederland een einde aan een decennia lange ruzie over het nazi-goud.


Partij in de marge. Oorlog, goud en De Nederlandsche Bank (2005)
Corry van Renselaar
Uitgeverij Boom

maandag 24 mei 2010

Rusland: de tragedie van een schoonheid

Rusland wordt vaak vergeleken met een onbereikbare bruid. “Wat een favoriet onderwerp was van debat en poëtische fantasie in het begin van de twintigste eeuw, verwordt tot een heilig huisje dat met veel plezier omver wordt geschopt door een serie hedendaagse Russische auteurs. De metafoor ‘Rusland als bruid’ krijgt een spottend en seksueel karakter.” Dit concludeert Ellen Rutten in haar proefschrift.

Rutten bestudeerde literatuur uit verschillende Russische tijdperken. De metafoor van ‘de bruid Rusland’ was tussen 1900 en de jaren ’20 de inzet van talloze gedichten, romans en filosofische debatten. Het voortborduren op ‘moedertje Rusland en vadertje Staat’ komt op halverwege de negentiende eeuw. De intellectuele klasse voelt zich steeds meer vervreemden van de Russische staat en het Russische volk. Het beeld van Rusland als onbereikbare bruid komt begin 1900 tot wasdom. Kunstenaars, schrijvers en denkers, de intelligentsia, voeren Rusland op als bruid die gevangen wordt gehouden door de Russische Staat, de tsaar. De intelligentsia voelde zich de “ware minnaar” van de bruid.

Veel Russische intellectuelen uit deze tijd “presenteren Rusland als een schone slaapster, de staat als de boze tovenaar en de intelligentsia als haar uitverkoren bevrijder”. Berdjaev verwijt het Russische volk in 1914: “Het volk stelt zich altijd op als een bruid, het voelt zich een vrouw ten opzichte van de kolos van de staat”.

Rutten constateert dat in de hedendaagse Russische literatuur het beeld van ‘de bruid Rusland’ onderwerp is van spot. Rutten: “De bruid Rusland is nu veranderd van een beeld met politieke zeggingskracht in een mikpunt van parodie waarbij seksualiteit een belangrijke rol speelt”. Zo neemt de Russische schandaalschrijver Vladimir Sorokin het beeld van Rusland als bruid van de intelligentsia meedogenloos op de hak. Zijn heldin Marina beleeft een enorme vrijpartij met een hoge ambtenaar van de communistische partij. Dit veroorzaakt een ommezwaai in haar leven. Het orgasme dat de functionaris haar bezorgt verandert haar van een losbandig sekspartner in een naamloze Sovjetarbeider. Rutten signaleert hierin een tendens. “De ‘onbereikbare bruid Rusland’ van begin twintigste eeuw is begin eenentwintigste eeuw veranderd in een concreet lichaam dat fysiek wordt gepenetreerd in plaats van figuurlijk gehuwd”.

De voorstelling van Rusland als onbereikbare bruid verdwijnt tijdelijk uit de schijnwerpers gedurende het Sovjettijdperk (1917-1990). Volgens Rutten is dit begrijpelijk: “Het beeld van de bruid verzwakt omdat ieder kritisch geluid in de Sovjetunie taboe was”. Toch overleefde de bruid het Communistische tijdperk. Ze werd eenvoudig omgezet naar Sovjetcontext. Zo stelt de invloedrijke criticaster Andrej Platonov Moskou voor als een jonge vrouw die wordt bemind door de Sovjet-elite. De tegenstelling tussen staat en intellectuele elite wordt niet meer genoemd.

Om eigen land als vrouw voor te stellen is niet nieuw. “Uniek voor Rusland is de voorstelling van de verhoudingen tussen Rusland, de machthebber en de intellectuelen als een liefdesprobleem tussen één vrouwelijk en twee mannelijke beelden”, stelt Rutten. “De voorstelling van deze klassieke driehoeksverhouding als een liefdestragedie is een centraal onderdeel geworden van de moderne Russische intellectuele cultuur”.




donderdag 20 mei 2010

Waslijn


Regenweer, koude wind,
Die verweerde oude vrouw
Van beneden,
Hangt haar privaatje,
Te kijk aan de waslijn

Een groot roze
Genitaliënkostuum,
In groene zeep
Doorweekte trots,
Wiegt daar in de wind

Na jaren trouwe dienst
Resteert er weinig vlees,
Doch louter knook,
Om de directoire
Mee te vullen

Het rekbare paspel
Van de volgezogen lendelap,
Doorstaat met gemak,
De laatste proeven
Kruisverweer


Jerzy Plenzdorf

maandag 17 mei 2010

Een betrokken overheid?

Jekaterinenburg, Rusland

А ты всегда контролируешь себя, когда выпьешь?
Heb jij jezelf altijd onder controle wanneer je drinkt?

zaterdag 24 april 2010

Herr H

Vanochtend meldden de Israëlische autoriteiten dat in het Braziliaanse Amazonegebied Adolf Hitler in hechtenis is genomen. Hitler, geboren 20 april 1889 te Braunau am Inn, zoon van Alois Schicklgruber, bevestigde vanochtend aan de Israëlische geheime dienst zijn identiteit. Tot vanochtend was de vermeende dood van de dictator vastgesteld op 30 april 1945; zelfmoord door cyanidepil en kogel. 
De inmiddels stokoude en broze man is door Israëlische commando’s overmeesterd in een hut waar de grootste oorlogsmisdadiger van de twintigste eeuw zich decennialang schuilhield. Inmiddels wordt hij overgebracht naar de zwaar beveiligde geheime Israëlische gevangenis ‘Faciliteit 1391’ (ook wel Israëls Guantanamo Bay genoemd). De Israëlische autoriteiten hebben al verklaard dat het strafproces niet in Israël zal plaatsvinden.  
Van over de hele wereld komen regeringsleiders met de eerste reacties op dit schokkende nieuws. President Obama spreekt van ‘een schokkende historische gebeurtenis, waarin de hoofdverantwoordelijke voor de misdaden in de Tweede Wereldoorlog zijn schuld niet langer kan ontlopen’. Het strafproces zal volgens Obama  ‘veel verdriet oprakelen en voor vele slachtoffers de zoveelste episode betekenen in een onverwerkt verleden’. Premier Balkende laat in een eerste reactie weten dat zijn gedachten in eerste instantie uitgaan naar de slachtoffers van de nazi-terreur en dat met deze arrestatie de geschiedenis wordt herschreven.
Bondskanselier Merkel heeft in een persverklaring laten weten geschokt te zijn door het nieuws dat de verantwoordelijke voor de zwartste periode uit de Duitse geschiedenis nog in leven blijkt te zijn. ‘De schuld van onze natie drukt zwaar op onze schouders’, aldus Merkel.
In verschillende landen worden de veiligheidsmaatregelen aangescherpt om gevreesde neonazistische sentimenten de kop in te drukken. Tot nu toe zijn er nog geen ongeregeldheden gemeld.
Einde van dit extra nieuwsbulletin.

Cultuurfilosoof Georg Steiner (1929) schreef in 1981 een roman die in Nederland is uitgebracht onder de titel Het transport van Adolf H. naar San Cristóbal. De roman verhaalt over zes Israëlische nazi-jagers die de hoogbejaarde massamoordenaar Herr H opsporen in het Amazonegebied. Controverses treiteren de geest op een onevenaarbare en originele wijze.

Het transport van Adolf H. naar San Cristóbal – George Steiner (Meulenhoff, 1983)


woensdag 7 april 2010

Over vers gekotste kippenragout en chroomschepen

Geen verhalen over een besmuikt Stasi-verleden, geen heldenverslag van een rebel tegen het versleten regime, geen opsomming van historische feiten. Die Wiederentdeckung des Gehens beim Wandern. Harzreise (1990) is het relaas van de gewone man. Met gevoel voor humor en met een scherpe kenschetsing van das vergangene trotseert Thomas Rosenlöcher (Dresden, 1947) als een ietwat schichtige Ossi het nieuwe herenigde Duitsland. Hiermee beschrijft Rosenlöcher op indringende wijze hoe de verwestering van alledaagse gebruiken een identiteitsshock teweeg bracht voor de streng gekuiste DDR-burgers.

De uitgave van Prometheus opent met het dagboekverslag dat is uitgegeven onder de titel Die verkauften Pflastersteine. De titel refereert aan een artikel dat Rosenlöcher voor een plaatselijk Forum-blaadje schreef, waarin hij melancholiek ingaat op hoe de straatstenen van de Pirnaer Landstraße in Dresden door het staatsantiekbedrijf, in ruil voor deviezen, als sierstenen aan het Westen werden verpatst. Toen dit schandaal aan het licht kwam declameerde het volk: “Ach, wäre ich ein Pflasterstein, ich könnte längst im Westen sein”.
In de dagboekaantekeningen doet Rosenlöcher verslag van de onrust voor en direct na de val van de muur. Als observant is hij getuige van menig feestgewoel en demonstratie. Hij verwijt zichzelf een zekere passiviteit, hij is geen activist.
Een treinreis naar Freiburg, een week na de val van de muur, voert Rosenlöcher door de poorten van Schlaraffia, Duits voor Luilekkerland. De Belgische slavist en schrijver Johan de Boose blies deze uitdrukking uit de DDR- volksmond nieuw leven in door te verhalen over de scepsis onder DDR-Bürger waar dit Schlaraffia zich daadwerkelijk zou moeten bevinden; in het oosten of in het westen? Dit zelfde scepticisme bespeur ik ook bij Rosenlöcher. Enerzijds is hij onder de indruk van de dienstverlenende vriendelijkheid van de westerse treinconducteur, anderzijds bekruipt hem een warenhuiswalging. Zijn waarnemingen tijdens zijn bezoek aan Freiburg schetsen het beeld van een ontheemde intellectueel.

“In de warenhuizen geregeld licht misselijk. Vind je wat je wilt, dan ben je vergeten of dit wel was wat je wilde. Ten slotte koop je een ballpoint. Ballpoints zijn altijd goed.”

Rosenlöcher voelt zich opgejaagd door wat hij ´chroomschepen´ noemt, de glimmende West bolides die met dreigende blik de onnozele Ossi´s van hun sokken rijden en met grote snelheid opdoemen in de rookwolken van hun pruttelende trawanten. Met ontgoocheling begluurt hij in Freiburg de gretige kennismaking van zijn DDR genossen met het Westen:

Overal staan ze in de rij, vader, moeder, kind: zelfs voor de sekswinkels van Beate Ushe*.

Aansluitend op het dagboekverslag volgt het verslag dat in Duitsland is uitgegeven onder de titel Die Wiederentdeckung des Gehens beim Wandern. Harzreise (door Prometheus uitgegeven onder de titel
De herontdekking van het lopen). Hierin onderneemt Rosenlöcher in navolging van Heine en Goethe een voettocht door de Harz, een gebergte in midden-Duitsland. De hoogste berg is de Brocken. Door de Harz liep de BRD-DDR grens. De Brocken was Sperrgebiet en stond volledig in het teken van militaire waakzaamheid (uitkijktorens, kazernes, geschut e.d.). Tijdens zijn lange wandeltocht komt Rosenlöcher het bittere en stoffige van zijn vervallen Hinterland onder ogen. Van kleurloze liters goulash tot kippenragout die ‘ versgekotst’ oogt. Lurken aan een kopje naar Oostblok smakende koffie of trauern bij een halve liter ´Coschützer pisbrau´.
Na zure hotelkamergeuren en eeuwig stromende toiletspoelbakken komt Rosenlöcher in de Harz niet zozeer tot het inzicht waar het ware Schlaraffia ligt, maar wel tot de ontnuchterende ontdekking waar het in ieder geval niet ligt.

* Beate Ushe (1919 -2001); Duits stuntpiloot in de jaren dertig van de vorige eeuw. Opende de eeste sexshop ter wereld en leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan een betere seksuele hygiëne. Het huidige bedrijf Beate Ushe AG is een van de marktleiders op het gebied van seksspeeltjes.

zondag 28 maart 2010

Het gesimuleerde succes van de Sovjetunie

In zijn boek Imperium, ondergang van een wereldrijk (1993) citeert wijlen journalist Ryszard Kapuściński (1932-2007) uit het boek Staliniada van de Russische schrijver Joeri Borev. In dit citaat vergelijkt Borev de geschiedenis van de Sovjetunie met een rijdende trein. De zuivere ironie van zijn vergelijking dekt de waanzin van een onhoudbaar anemisch staatsbestel.

"De trein reed naar de lichtende toekomst. Lenin was de bestuurder. Opeens stopte hij - het spoor hield op. Lenin voerde onbetaalde zaterdagsarbeid in en de trein reed verder. Nu was Stalin de bestuurder. De weg hield weer op. Stalin beval de helft van de conducteurs en passagiers dood te schieten en dwong de rest om nieuwe rails te leggen. De trein reed weer verder. Stalin werd vervangen door Chroesjtsjov en toen de rails ophielden, beval deze de rails weg te halen waarover de trein al had gereden en ze voor de locomotief te leggen. Chroesjtsjov werd door Brezjnev afgelost. Toen het spoor weer ophield, besloot Brezjnev de ruiten af te schermen en de wagons zo te laten schommelen dat de passagiers dachten dat de trein doorreed."

dinsdag 16 maart 2010

Berlin Moabit: 'Doch schuldig bin ich. Anders als Ihr denkt!'

Albrecht Haushofer
Karl Haushofer (1869 – 1946) was professor in de geopolitiek te München. Als geo-wetenschapper introduceerde hij het Raum-recht. Volgens Haushofer was Duitsland na de Eerste Wereldoorlog een geopolitiek natuurrecht ontnomen en had Duitsland het recht om oostelijk uit te breiden. Dit wordt tot zijn grote genoegen bewaarheid met de inlijving van Sudeten-Duitsland in 1938, naar aanleiding van de conferentie van München (waar Karl als adviseur ook bij aanwezig was). Een van zijn oud-studenten geopolitiek was Rudolf Hess. Hess werd begin 1920 in het gezin Haushofer opgenomen en raakt goed bevriend met Karls zoon, Albrecht Haushofer (1903 – 1945). Haushofer senior richt in 1924 het Zeitschrift fur Geopolitiek op. Zijn zoon voegt zich in de jaren dertig bij de redactie, die inmiddels een nationaal-socialistische signatuur heeft gekregen. Vanaf 1931 vergaart zoonlief een positie als diplomaat onder Rudolf Hess. Hess voorkomt dat Albrecht vanwege zijn Joodse achtergrond (zijn moeders vader was Joods) wordt opgepakt door in een zogenaamde schutzbrief te spreken van Haushofers uitzonderlijke Arische kwaliteiten.

Vader en zoon Haushofer zijn ontgoocheld nadat duidelijk wordt dat de raum-zucht van Hitler verder reikt dan Sudeten-Duitsland. Dit wordt onder andere als reden gezien voor het vervroegde emeritaat van Karl.
Hess zou Albrecht Haushofer hebben toevertrouwd een einde te willen maken aan de vijandigheden met Groot-Brittannië (uiteindelijk resulterend in Hess’ fameuze solovlucht met een Messerschmit naar Schotland in 1941, waarna hij wordt ingerekend door de Britten). Als secondant van Hess ondernam Albrecht Haushofer verschillende bemiddelingspogingen met de Britten.
Aangenomen wordt dat Hitler afwist van de bemiddelingen en de uiteindelijke vlucht van Hess. Het vermoeden is dat door de Duitsers bewust de suggestie werd gewekt dat Hitler nergens van op de hoogte was, zodat zijn blazoen verschoont zou blijven van een afgang indien Hess’ bemiddelingspogingen tot een mislukking zouden uitlopen. En zo geschiedde. Toen Hess’ door de Britten werd gearresteerd, deed Hitler het voorkomen alsof hij zich verraden voelde. Hij ontbood Albrecht Haushofer in Berchtesgaden en onderwierp Karl Haushofer aan verschillende verhoren door de Gestapo.
Albrecht komt vervolgens te werken onder Hess’ opvolger, Bormann, die Albrechts wetenschappelijke onderlegdheid geen eer aan doet. Zo vraagt Bormann hem om uit te pluizen welke Nazi-topstukken rivalen zouden kunnen vormen voor zijn positie als privé-secretaris van Hitler.

Hitler is niet langer gecharmeerd van de Haushofers maar onderneemt geen zware represailles tegen het tweetal; met name Albrecht zou mogelijk nog een toekomstige diplomatieke rol van betekenis kunnen spelen wanneer het nog een keer tot een bemiddeling met de Britten zou komen.
Albrecht raakt steeds sterker gedesillusioneerd naarmate hij merkt dat hij het beleid van de Nazi’s niet op een andere koers kan brengen. Zijn afkeer van Hitlers ideologisch rampscenario neemt de overhand en hij raakt betrokken bij het Stauffenberg-complot tegen Hitler. Na de mislukte aanslag (22 juli 1944) wordt hij in december van datzelfde jaar gearresteerd en afgevoerd naar de Zellengefängnis Lehrter Straße in het Berlijnse stadsdeel Moabit (daarom ook wel Moabit-gevangenis), waar ook zijn broer Heinz wordt opgesloten. Vader Karl brengt de laatste acht maanden van de oorlog door in concentratiekamp Dachau.
In eerste instantie werd Albrecht in leven gelaten als mogelijke troef voor vredesonderhandelingen met de geallieerden. Toen duidelijk werd dat deze onderhandelingen niet meer zouden plaatsvinden werd Albrecht Haushofer op 23 april 1945 door de Gestapo geëxecuteerd.

Karl wordt na de oorlog ervan verdacht dat hij met zijn Raum-recht heeft bijgedragen aan de heerszuchtige geopolitieke voedingsbodem van het nationaalsocialisme. Zelf ontkent hij dit stellig. Dat citaten uit zijn werk via Rudolf Hess in Mein Kampf zijn beland heeft hij naar eigen zeggen niet ernstig genomen omdat hij Mein Kampf nooit als een serieus en noemenswaardig werk heeft gezien.
De Amerikanen vinden onvoldoende grondslagen om hem voor het gerecht van Neurenberg te dagen. De verdachtmakingen en de dood van zijn zoon Albrecht worden hem echter te veel; 10 maart 1946 beroven hij en zijn vrouw zich van het leven.

In de Moabit-gevangenis schrijft Albrecht Haushofer de vermaarde Moabiter Sonette. De gedichten gaan over schuld, angst en geopolitiek. Lees de kreten van onschuld, van iemand die weet dat de tijd voor hem dringt.

  • Albrecht Haushofer: Moabiter Sonette (Langewiesche-Brandt) (Nach der Originalhandschrift herausgegeben von Amelie von Graevenitz)
  • David Criekemans: Geopolitiek -'Geografisch geweten' van de buitenlandse politiek? (Garant)
Sonnetten Der Bruder, Bomberegen  en Schuld (klik om te vergroten).


maandag 1 maart 2010

Vozjd van de bestolen Rus: nationalistisch 'liberaal democraat' Vladimir Zjirinovski

Goedkoper ondergoed voor iedereen!
Vladimir Zjirinovski op verkiezingscampagne in 1993

16 december aanstaande viert de LDPR, de Liberaal-Democratische Partij van Rusland, onder aanvoering van partijleider Zjirinovski haar twintigjarige bestaan. Heroïsch blikt de partij terug op de campagneterreur van de afgelopen jaren. Vladimir Volfovitsj Zjirinovski (Alma-ata, 1946) staat sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 in het westen symbool als de vertolker van extreem rechts in Rusland.
Zjirinovski en zijn LDPR kunnen volgens de definitie worden gerekend tot het fascisme. Ter onderbouwing benoem ik enkele feiten. In de organisatiestructuur van de LDPR concentreert zich alle macht bij Zjirinovski zelf. Zjirinovski zou moeten uitgroeien tot de vozjd (leider) van Groot-Rusland. De partij schuwt geen geweld om haar doelen te bereiken en pleit voor de annexatie van Polen, Alaska en Finland. Zjirinovski is sterk voorstander van een bloeiende wapenexport; dit is goed voor de traditionele Russische industrie. De LDPR is sterk nationalistisch. In zijn demagogische betogen pleit Zjirinovski voor 'een groot en sterk Rusland voor de Rus’. De LDPR kent een eigen nationalistische jeugdbeweging, bekend onder de naam Sokoli Zjirinovski (Zjirinovski’s valken). Begin jaren negentig ging deze jeugdige aanhang zelfs geüniformeerd door het leven. De LDPR sluit in 1992 een bondgenootschap af met Saddam Hoessein. Op het hoofdkwartier in Moskou hing lange tijd de foto van de Iraakse dictator.
Voornoemde praktijken zijn schoolvoorbeelden van fascistoïde kenmerken.

Zjirinovski bezocht ook Jean-Marie le Pen en onderhoudt nauw contact met Holocaustontkenner en leider van de Deutsche Volksunion, Gerhard Frey. Dit duidt erop dat de LDPR de associatie met racistische denkbeelden niet schuwt.
Peter Conradi (journalist te Moskou) schreef in 1995 een beschouwend boek (getiteld Vladimir de verschrikkelijke) over de achtergrond en opkomst van Zjirinovski en schetst een beeld van de vele versplinterde ultrarechtse partijen in Rusland. Het antisemitisme van de LDPR is enigszins versluierd, aldus Conradi, maar de afgunst jegens de immigranten uit de Kaukasus en Centraal Azië is een stuk explicieter. De LDPR wakkert de discriminatie van de Kaukasische minderheden flink aan; de uitspraken liegen er niet om. Zjirinovski beschuldigt in een tv-uitzending een Georgische handelaar ervan difterie te verspreiden onder de Russische bevolking met overdreven duur, rot fruit.

Zjirinovski gefotografeerd door Heide Hollinger / Жириновский сфотографировали на Heide Hollinger


Vladimir de verschrikkelijke


De LDPR moet het hebben van zijn clowneske leider die keer op keer vreemde uitschieters maakt om via de media de aandacht op zich te vestigen. Tijdens een gesprek met een Amerikaanse journaliste bood hij aan zichzelf naakt te tonen; tegenover een andere journalist vertelt hij dat hij gefascineerd naar andere mensen kon kijken wanneer ze geslachtsgemeenschap hebben. Nog voor de val van de Sovjet-Unie voert hij een waar campagneoffensief tegen de tumultueuze toestand in de Baltische staten. Hij dreigde kernafval op te slaan langs de grenzen met de Baltische republieken als ze naar onafhankelijkheid durfden te streven om vervolgens met gigantische ventilatoren de straling in hun richting te blazen. Bij een bezoek aan de Raad van Europa in 1994 bekogelt hij Joodse demonstranten met bloempotten. Zijn vermeende homoseksuele gevoelens probeert hij uit de wereld te helpen door zich te laten fotograferen met blonde modellen in tot de navel uitgesneden jurkjes. Op rondreis door Slovenië, Hongarije en Servië zwelgen Zjirinovski en zijn gevolg in wat de pers woelige taferelen noemde, met veel drinken, glazen kapot gooien en nachtelijke zwempartijen in een bevroren meer. Partijlid van het eerste uur, Chalitov, merkt op: ‘alle media-aandacht voor Zjirinovski’s provocerende gedrag is goed voor de partij, ook negatieve aandacht’.

Bij de laatste doemaverkiezingen (2007) behaalde de LDPR 8,8% van de stemmen. Het is en blijft verontrustend dat een volksmenner en haatzaaier als Zjirinovski zoveel steun onder de Russische kiezer weet te vergaren. Onder het Poetin-bewind zal de LDPR weinig kunnen aanrichten; de partij mag bestaan omdat ze geen bedreiging vormt voor Poetins heerschappij. Zolang Rusland een grote ontevreden arbeidersklasse heeft, is er een podium voor het ultranationalisme van Vladimir de verschrikkelijke. Met ‘Liberale’ en ‘Democratische’ beginselen, zoals de partijnaam insinueert, heeft de orale terreur van Zjirinovski weinig te maken.

Website van de LDPR



vrijdag 12 februari 2010

Jezus in het braadvet

Max Pam vestigde er met groot enthousiasme de aandacht op; een bericht in The Sun waarin melding wordt gemaakt van een Jezus verschijning in een ordinaire koekenpan. In de lead van The Sun wordt het smakelijk verwoord: Jezus burned in the cooking fat.
Deze verschijning staat niet op zichzelf. De zoon van God dient zich op meer beroerde plekken aan. Van geroosterde boterhammen tot pizzasaus, niets is Hem te gortig. Ik wacht nog op het moment dat Hij opduikt op het platje van mijn toitletpot met waterige oogjes en grote zware vlechten. Reden om weken niet door te spoelen en om iedere dag even te kijken of de Heer al lekker begint aan te koeken.