zondag 28 september 2008
Voetveter, voettricot, teentanga of kunstelschoen
sandaal (v)m -dalen schoeisel met bandbevestiging dat doelgericht eetlust bederft, seksuele potentie ondermijnt en de kwaliteit van leven ernstig ondergraaft vgl tandbederf Tweeten
zondag 21 september 2008
Krochtelijk verderf
De geilheid van Italiaanse fascistische despoten bij het aanschouwen van penisverminking door verbranding, het uitsteken van ogen en het scalperen van jonge nakende vrouwen maakt het aanschouwen van Salò tot een choquerende gore ervaring. De voorgenoemde slotscène is de gruwelijke apotheose van de sadomasochistische internering van negen ‘adolescente’ jongens en meisjes in een huis aan het Gardameer te Salò. De controversiële film van Pasolini is gebaseerd op het boek Les Cent-Vingt journées de Sodome ou l’École du libertinage (1785) van Markies de Sade. Hoewel de Sade’s fantasieën zelfs kinderen niet ontzien laat Pasolini’s verfilming niets aan de verbeelding over. Pasolini schept een bestiaal samenzijn in een vervreemdende kille omgeving. Hij verplaatst het boek van De Sade naar de nadagen van Mussolini’s regime in de Republiek van Salò, die onder het toeziend oog van de Duitse bezetter door Mussolini in 1943 werd uitgeroepen.
Vier perverse fascistische leiders (een hertog, een bisschop, een magistraat en een preases) ontvoeren negen jongens en meisjes die zich bij aankomst in het statige landhuis te Salò dienen te ontkleden. Aldaar worden zij geacht de vier heren op te winden door invulling te geven aan sadistische fantasieën van uiteenlopend kaliber. Onderdeel van de entourage zijn vier prostituees van middelbare leeftijd die met groot genoegen de vier heren naar hun hoogtepunt willen helpen. In een stijlvolle balzaal verzamelen de naakte jongens en meisjes zich op bevel van de fascisten in afwachting van de gruwelen die komen gaan. Om de beurt daalt een prostituee in extravagante jurk langs een marmeren trap naar beneden om aangekomen in de balzaal het van angst doortrokken publiek te trakteren op een pervers verhaal. Vol afgrijzen luisteren de jongeren naar haar fantasieën. Onderwijl staan de fascisten te trappelen van ongeduld om het ‘prikkelende’ betoog van de prostituee te kunnen botvieren op hun naakte kroos.
Pasolini neemt de kijker mee in de krochten van een expliciet gewelddadige sadomasochistische hel. Een meisje wordt onder luid gebrul van haar fascistische belager ertoe gezet om in zijn gezicht te wateren. Hij trekt daarbij een gezicht van ongekende zaligheid. Onder intimiderend geschreeuw volgt een meisje dat vervult van pure angst met een theelepeltje de ontlasting van één van de heren tot zich neemt. De ‘staat van opwinding’ die dit bij de heren teweeg brengt resulteert in een groots diner waarbij allen ontlasting krijgen voorgeschoteld van de jongens en meisjes. Het diner is volgens strikte receptuur op smaak gebracht door de jongeren op een zorgvuldig geselecteerd dieet te zetten.

Bij het verschijnen van Salò ontstond grote commotie. In veel landen werd de film verboden of in gecensureerde vorm uitgebracht. Bovendien werd Pasolini vlak voor het verschijnen van de film op brute wijze vermoord. Hij werd diverse malen met zijn eigen auto door de dader overreden. Aan de vele scenario’s die de ronde doen over Pasolini’s dood, kan de op handen zijnde verschijning van Salò worden toegevoegd.
De meningen over deze controversiële film zijn verdeeld. De vraag wat Pasoloni’s boodschap is geweest met Salò vind ik minder interessant. Ik voel geen behoefte om op zoek te gaan naar diepere lagen, dubbelzinnigheid en verborgen intenties. De keuze voor Salò hangt mogelijk samen met Pasolini’s eigen leven, die enige tijd in de Republiek van Salò heeft doorgebracht. Een korte zoektocht over het internet levert een veelheid aan betekenissen op die in Salò verborgen liggen (veelal in de wereld geholpen door de grootmeester zelf): coprofagie als kritiek op de massaproductie van voedsel, een verbitterde seksuele ethiek, een antwoord op het massaconsumentisme van seks, het vereenzelvigen van het nazi-regime met bestialiteit en een afspiegeling van Pasolini’s eigen onverschillige kijk op leven en dood. Ik geloof dat ze allemaal wel een kern van waarheid bevatten, maar Salò waardeer ik als een kijkervaring die op zich zelf staat en daarmee ook solitair moet worden bejegend. Veelzeggender vond ik een interview met één van de meisjes in de film die terugkijkt op de opnames van Salò. Ik parafraseer: Tijdens de opnames van Salò heerste er een gezellige sfeer en hebben we heel wat afgelachen. Deze film is bovendien niet chronologisch geschoten. Nadat alle scènes waren opgenomen volgde een enorme montageoperatie. Door Pasolini’s manier van werken hadden de acteurs nauwelijks het besef van de totale film die beetje bij beetje ontstond. Toen de montage was afgerond werden alle acteurs uitgenodigd om in een bioscoopzaal het eindresultaat te aanschouwen. We waren in shock: hoe hadden we zo iets gruwelijks kunnen maken? We waren aangedaan door het monster dat Pasolini uit alle fragmenten had weten te boetseren.
Ondanks het beperkte budget was de casting voor Salò voortreffelijk. Het merendeel van de acteurs had weinig ervaring. Nagenoeg iedere rol in Salò vereist een inbeeldingsvermogen in extremen. Extremen in angst, extremen in pijn, extremen in perversiteit. Absoluut toonbeeld van de verpersoonlijking van ‘de sadomasochist’ is acteur Aldo Valletti die de rol van Presidente vertolkt. Valletti blijkt een ‘hoofd-past-bij-de-daad’-acteur. Valletti opereert als een sekseloos wicht dat onverzadigbaar hunkert naar seksuele vernedering en pijn, zonder ook maar een sprankje compassie voor zijn slachtoffers.




zaterdag 13 september 2008
TING TING TING
Tweeten
vrijdag 5 september 2008
Kerstmis trakteert Ptitsyn
Het dorpje Kerstmis verwierf bekendheid door de aanleg van de eerste Sovjet-waterkrachtcentrale in de regio (oblast) Leningrad. Ook werd hier in 1929 één van de eerste kolchoze boerderijen gesticht als onderdeel van de collectivisatietirannie van Stalin. In de Tweede Wereldoorlog vermoordde de nazi’s in de regio van Kerstmis meer dan zevenduizend Sovjetburgers in concentratiekampen.
De huidige aanblik van Kerstmis herinnert nauwelijks meer aan het bewogen verleden. Nu is het dorpje vooral bekend door de datsja van Vladimir Nabokov (1899-1977), die als museum is ingericht. In dit Museum-vastgoed "Rozhdestveno" wordt niet alleen aandacht besteed aan Nabokovs leven, maar ook aan de levenswerken van Ptitsyn, die vandaag de dag woont en werkt in Kerstmis.
Ptitsyns kunstenaarschap is in Kerstmis tot wasdom gekomen. Hier heeft de schilder de rust en inspiratie gevonden om zijn zielenroerselen te vereeuwigen op het doek. Hoewel zijn werk een sprankje kitsch herbergt, smaken zijn werken zeer Russisch. Ptitsyn wekt de indruk van een moezjik die over zijn streek waakt en die in alle rust de tragedie van zijn leven en zijn streek vormgeeft in een veelkleurig palet van emoties.


zondag 31 augustus 2008
woensdag 13 augustus 2008
dinsdag 12 augustus 2008
maandag 11 augustus 2008
Onbevoegdheid der kritiek - een fragmentarische beschouwing
Na de nodige moeite om een uitgever te vinden, werd dit rijmverhaal onder de titel Julia, een verhaal van Sicilië uitgebracht. Op aangeven van de uitgever W. Gosler (Haarlem), die het ook zelf uiteindelijk zal moeten ontgelden, wordt gekozen voor het pseudoniem ‘Guido'. Het verhaal is opgebouwd uit bijdragen van Kloos, Albert Verwey, Henric van Gooyen (pseudoniem van Jan Veth), Frederik van Eeden en C.E. Duyts.
Nadat de grap een succes bleek en menig criticaster in de val trapte, besloten Kloos en Verwey om een vermakelijke brochure uit te brengen onder de titel De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek. Op de tweede pagina van deze brochure onthullen Kloos en Verwey met satirisch genoegen de identiteit van Guido:
Het uitgeven van De onbevoegdheid was een meesterlijke zet. Het dreef de grap tot een hoogtepunt en menig recensent schoot in de verdediging. Het is hilarisch te lezen wanneer Kloos en Verwey de bedoeling van Julia toelichten om aan te geven dat het niet een parodie is op Een liefde in het Zuiden van Fiore della Neve (wiens ouderwets romantische stijl zij verachtten).
Het vuur wordt nog eens lekker op gestookt:
In De onbevoegdheid illustreren Kloos en Verwey allereerst enkele van de vele valkuilen waarmee Julia is opgetuigd. Dit eerste deel is gelardeerd met heerlijke sneren naar de critici. Een voorbeeld:
Nadat verhaallijn en rijm door de mangel zijn gehaald wordt de aanval pas echt geopend, ingeleid met: "...we begeven ons naar een ander kwalijk-riekend verblijf, de eendenkooi der hollandsche critici". Er dienen enkele ooren te worden gewasschen.
Na een lekker één-tweetje tussen geciteerde uitspraken van uitgever W. Gosler bij het verschijnen van Julia en spottende commentaren van Kloos en Verwey, richten de speren zich op Holda. Holda is het pseudoniem van Jeanne Clant van der Mijll-Piepers. Holda recenseerde voor De Nederlandsche spectator. Zij moest het zwaar ontgelden aangezien zij poëzie van Kloos en Verwey had aangevallen en geparodieerd. Alle middelen leken in de ogen van Kloos en Verwey geoorloofd en daarom wordt haar ook haar vrouw-zijn aangerekend als oorzaak voor haar onzuivere literaire geweten. Geniet van deze sappige uitbarsting (een beeldspraak die mij waarschijnlijk duur had komen te staan bij de Kloos-orde):
Na Holda lijken Kloos en Verwey de smaak te pakken te hebben gehad en werd genadeloos uitgehaald naar Frits Smit Kleine (schrijver, dichter, vertaler, recensent) die zowel onder zijn eigen naam publiceerde als onder de pseudoniemen Piet Vluchtig en Ixo. Smit Kleine had geweigerd de Mathilde-cyclus van Jacques Perk te publiceren. Na Perks dood publiceerde Kloos zijn gedichten alsnog, maar Smit Kleine was in een kwaad daglicht komen te staan bij de Tachtigers. Lees en huiver genoegzaam:
De enige recensent wiens ziel zijde gezaligd in De onbevoegdheid is die van Busken Huet: "De eenige, die wat sympathie voor ons begon te krijgen, Huet, is dood. Hij ruste in zijn eerlijk verdienden roem. Hij zal door ons niet worden vergeten."
Kloos en Verwey eindigen met een waarschuwing aan het kliekje onnozelen. Van nu af aan dienen alle Hollandsche recensenten op hun hoede te zijn. Het is niet gezegd dat Kloos en consorten op onverwachte momenten opnieuw zullen toeslaan. De Hollandsche kritiek zal geen oog meer dicht doen uit angst te worden onthuld als inconsistent literair misbaksel. Met eerbied voor het tentoon gespreide vakmanschap beveel ik de volgende fulminerende slotalinea aan. Wat een grootse onderneming: De onbevoegdheid, een kwajongensdroom!
zondag 3 augustus 2008
Alphaville soixante: extraordinaire
Een film die terugblikt kan zich nauwelijks onttrekken aan een cordon journalisten en vakbekwamen die de emotie, context, kleur, sfeer en historiografische zuiverhuid nauwgezet ontleden. Voor mij is sciencefiction meer een springplank voor audiovisuele huzarenstukjes waar je na tien minuten overdosis saai van wordt. Fritz Langs ‘Metropolis' is één van de weinige van zijn soort die ik volkomen legitiem vind, gezien de tijd en de baanbrekende persoonlijkheid van de filmmaker zelf.
Een andere legionair, die op zeer verfijnde wijze omgaat met la science-fiction, is (onovertroffen) Godard. Jean-Luc Godard weet met Alphaville (1965) een unieke sfeer neer te zetten en hij prikkelt de kijker overduidelijk met maatschappelijk engagement. Agent Lemmy Caution, een agent van buiten, komt naar Alphaville om de dictatoriale supercomputer Alpha 60 uit te schakelen. Alpha 60 indoctrineert de inwoners van Alphaville systematisch en weert vrijdenkers uit zijn algoritme. Behalve het uitschakelen van Alpha 60 heeft Lemmy een tweede missie: het brein achter Alpha 60, professor Von Braun, uitschakelen. Het verhaal is doordrongen van psychologische terreur en wordt gepresenteerd in een uniek naargeestig film noir decor. Hoewel opgenomen in Parijs weet Godard door een zeer spaarzame belichting en met oog voor geïndustrialiseerde stadtaferelen een unheimische sfeer op te wekken. De knalpottenstem van Alpha 60 die het verhaal als verteller gedeeltelijk ontsluit en de bombastische zwaar aangezette muziek van Paul Misraki maken Alphaville tot de enige en unieke in zijn genre. Het openingsfragment waarin een passagierstrein als een futuristische lichtslang de periferie van Alphaville aandoet beklemt de kijker. Voor dit shot heeft Godard nauwelijks iets af hoeven doen aan het werkelijke straatbeeld. Daar herken je de vakman die excelleert in eenvoud en betekenis.
Alphaville, une étrange aventure de Lemmy Caution - Jean-Luc Godard (1965)
Il arrive,
que la réalité

soit trop complexe
pour la transmission orale
La legende,
la recrée,
sous une forme,
qui lui permet de
courir le monde
eng
Sometimes,
reality is too complex
for oral communication
But legend embodies it
in a form
which enables it to spread
all over the world
Jean-Luc Godard / Alphaville / De originele trailer
Tweeten