zondag 21 september 2008

Krochtelijk verderf

Salò o le 120 giornate di Sodoma (1975)

De geilheid van Italiaanse fascistische despoten bij het aanschouwen van penisverminking door verbranding, het uitsteken van ogen en het scalperen van jonge nakende vrouwen maakt het aanschouwen van Salò tot een choquerende gore ervaring. De voorgenoemde slotscène is de gruwelijke apotheose van de sadomasochistische internering van negen ‘adolescente’ jongens en meisjes in een huis aan het Gardameer te Salò. De controversiële film van Pasolini is gebaseerd op het boek Les Cent-Vingt journées de Sodome ou l’École du libertinage (1785) van Markies de Sade. Hoewel de Sade’s fantasieën zelfs kinderen niet ontzien laat Pasolini’s verfilming niets aan de verbeelding over. Pasolini schept een bestiaal samenzijn in een vervreemdende kille omgeving. Hij verplaatst het boek van De Sade naar de nadagen van Mussolini’s regime in de Republiek van Salò, die onder het toeziend oog van de Duitse bezetter door Mussolini in 1943 werd uitgeroepen.

Vier perverse fascistische leiders (een hertog, een bisschop, een magistraat en een preases) ontvoeren negen jongens en meisjes die zich bij aankomst in het statige landhuis te Salò dienen te ontkleden. Aldaar worden zij geacht de vier heren op te winden door invulling te geven aan sadistische fantasieën van uiteenlopend kaliber. Onderdeel van de entourage zijn vier prostituees van middelbare leeftijd die met groot genoegen de vier heren naar hun hoogtepunt willen helpen. In een stijlvolle balzaal verzamelen de naakte jongens en meisjes zich op bevel van de fascisten in afwachting van de gruwelen die komen gaan. Om de beurt daalt een prostituee in extravagante jurk langs een marmeren trap naar beneden om aangekomen in de balzaal het van angst doortrokken publiek te trakteren op een pervers verhaal. Vol afgrijzen luisteren de jongeren naar haar fantasieën. Onderwijl staan de fascisten te trappelen van ongeduld om het ‘prikkelende’ betoog van de prostituee te kunnen botvieren op hun naakte kroos.
Pasolini neemt de kijker mee in de krochten van een expliciet gewelddadige sadomasochistische hel. Een meisje wordt onder luid gebrul van haar fascistische belager ertoe gezet om in zijn gezicht te wateren. Hij trekt daarbij een gezicht van ongekende zaligheid. Onder intimiderend geschreeuw volgt een meisje dat vervult van pure angst met een theelepeltje de ontlasting van één van de heren tot zich neemt. De ‘staat van opwinding’ die dit bij de heren teweeg brengt resulteert in een groots diner waarbij allen ontlasting krijgen voorgeschoteld van de jongens en meisjes. Het diner is volgens strikte receptuur op smaak gebracht door de jongeren op een zorgvuldig geselecteerd dieet te zetten. Een op het netvlies priemende scène is het moment waarop de jongens en meisjes kruipend aan halsbanden worden binnengebracht in een vertrek alwaar ze als honden lappen vlees krijgen toegeworpen. De vernedering wordt tot in perfectie uitgevoerd. Telkens weer wordt geslachtsgemeenschap geassocieerd met grenzeloze pijn en vernedering.

Bij het verschijnen van Salò ontstond grote commotie. In veel landen werd de film verboden of in gecensureerde vorm uitgebracht. Bovendien werd Pasolini vlak voor het verschijnen van de film op brute wijze vermoord. Hij werd diverse malen met zijn eigen auto door de dader overreden. Aan de vele scenario’s die de ronde doen over Pasolini’s dood, kan de op handen zijnde verschijning van Salò worden toegevoegd.
De meningen over deze controversiële film zijn verdeeld. De vraag wat Pasoloni’s boodschap is geweest met Salò vind ik minder interessant. Ik voel geen behoefte om op zoek te gaan naar diepere lagen, dubbelzinnigheid en verborgen intenties. De keuze voor Salò hangt mogelijk samen met Pasolini’s eigen leven, die enige tijd in de Republiek van Salò heeft doorgebracht. Een korte zoektocht over het internet levert een veelheid aan betekenissen op die in Salò verborgen liggen (veelal in de wereld geholpen door de grootmeester zelf): coprofagie als kritiek op de massaproductie van voedsel, een verbitterde seksuele ethiek, een antwoord op het massaconsumentisme van seks, het vereenzelvigen van het nazi-regime met bestialiteit en een afspiegeling van Pasolini’s eigen onverschillige kijk op leven en dood. Ik geloof dat ze allemaal wel een kern van waarheid bevatten, maar Salò waardeer ik als een kijkervaring die op zich zelf staat en daarmee ook solitair moet worden bejegend. Veelzeggender vond ik een interview met één van de meisjes in de film die terugkijkt op de opnames van Salò. Ik parafraseer: Tijdens de opnames van Salò heerste er een gezellige sfeer en hebben we heel wat afgelachen. Deze film is bovendien niet chronologisch geschoten. Nadat alle scènes waren opgenomen volgde een enorme montageoperatie. Door Pasolini’s manier van werken hadden de acteurs nauwelijks het besef van de totale film die beetje bij beetje ontstond. Toen de montage was afgerond werden alle acteurs uitgenodigd om in een bioscoopzaal het eindresultaat te aanschouwen. We waren in shock: hoe hadden we zo iets gruwelijks kunnen maken? We waren aangedaan door het monster dat Pasolini uit alle fragmenten had weten te boetseren.

Ondanks het beperkte budget was de casting voor Salò voortreffelijk. Het merendeel van de acteurs had weinig ervaring. Nagenoeg iedere rol in Salò vereist een inbeeldingsvermogen in extremen. Extremen in angst, extremen in pijn, extremen in perversiteit. Absoluut toonbeeld van de verpersoonlijking van ‘de sadomasochist’ is acteur Aldo Valletti die de rol van Presidente vertolkt. Valletti blijkt een ‘hoofd-past-bij-de-daad’-acteur. Valletti opereert als een sekseloos wicht dat onverzadigbaar hunkert naar seksuele vernedering en pijn, zonder ook maar een sprankje compassie voor zijn slachtoffers.

Aldo Valletti als 'Presidente'