woensdag 1 april 2009

Seidl’s trog van misère: ijzingwekkend rauw



Wenen, een hete zomerdag. In een wit gesausde villa, in een smakeloze nieuwbouwwijk met strak afgestoken gazonnetjes, vermaakt een verveelde bermudadrager zich met een tennisbal. De welgesteldheid brengt verveling en alles behalve kleur en inspiratie. Een verlopen onaantrekkelijke vrouw verdrijft de tijd door zich in een orgie te begeven met zweterige lelijke mannen met hangbuiken. Een gestoord tienermeisje lift doelloos over de periferie van Wenen. Zij drijft de bestuurders tot waanzin, tot ze haar uit frustratie uit de auto sleuren en haar onverantwoord, instabiel van geest als ze is, aan haar lot over laten aan de kant van de snelweg. Een dik bejaard echtpaar kwijnt weg in het zwaar eikenhouten Beierse interieur van hun doorzonwoning met ‘verputzte’ muren. Ter vermaak stript de aangezette oma voor haar ‘Carlsberg’ boerend dikkerdje. Onaantrekkelijker en menselijker had regisseur Ulrich Seidl het niet kunnen filmen in zijn collage van neerslachtigheid: Hundstage (2001). Seidl toont verveling, vulgariteit, vernedering, laagheid…. Het gaat over mensen die toegeven aan de verleidingen van het leven: zonder gêne, zonder liefde, zonder schuldgevoel. Meesterlijk wrang is één van de slotscènes waarin de verstandhouding tussen twee plompe mannen escaleert tijdens het dekken van een verlopen doorrookte milf. De dikzak van de twee moet het afleggen en laat onder dwang van een revolver zijn lederhose zakken. Zijn belager heeft een sadistisch spelletje in gedachten waarbij hij zijn slachtoffer dwingt luidkeels La Cucaracha te zingen met een brandende kaars tussen zijn billen. De Hundstage ambiance zet Seidl feilloos voort in zijn grote volgende film, Import Export (2007).
In Import Export zet Seidl twee werelden tegenover elkaar. Een jonge Oekraïense vrouw geeft haar slecht betaalde baan in een bouwvallig ziekenhuis op om als camgirl vanuit de Oekraïne hitsige Duitse voyeurs gedienstig te plezieren. Iedere vorm van zelfrespect en privacy moet zij hier voor opgeven. De uitzichtloosheid van dit rauwe bestaan doet haar besluiten om af te reizen naar Oostenrijk om aldaar een vruchtbare toekomst op te bouwen. Als au pair bij een rijk gezin blijkt de vernedering echter opnieuw aan de orde van de dag. Als een klein kind wordt zij door de vrouw des huizes er kleinerend op gewezen hoe ze het peperdure en foeilelijke hertengewei kan afstoffen zonder het te beschadigen. Feilloos brengt Seidl in beeld hoe verdorven mensen kunnen worden wanneer ze materialistisch zijn bevredigd. De Oostenrijkse gastvrijheid voor immigranten krijgt in Seidl’s verfilming een sympathieke sneer. Tegenover het verhaal van de jonge Oekraïense staat een Oostenrijkse vader met zijn zoon die oude fruitautomaten opkopen om deze voor een habbekrats op de Oekraïense markt te verkopen. Aangekomen in een door neonlicht verlicht hotel in een Oekraïense desolate stad blijkt vaders zin te hebben in een verzetje. Een verlegen prostitué geeft zich over aan de grillen van de dikbuikige fruitkastverkoper in tangaslip met bloemenprint. Onder toeziend oog van zijn zoon leert hij de prostitué hoe zij zich als hond aan hem kan onderwerpen. ‘Sag mal woef…!’. Gewillig laat zij zich als een hond aan haar haren begeleiden door haar perverse baasje. Het is moeilijk te bevroeden achter hoeveel gesloten rolluiken en dichte gordijnen de menselijkheid iedere beschavingsnorm aan zijn laars lapt. Seidl geeft een kijkje achter die gordijnen, tot walgens toe.



<><>






<><>






<><>