donderdag 26 februari 2009

Kriebelfantasie: La motocyclette



In tegenstelling tot haar man, die de gewoonte had zich zelfs in augustus voor de nacht in een complete pyjama te steken, kon Rébecca in bed geen enkel kledingstuk verdragen…zij sliep naakt, zo nodig onder verscheidene dekens en onder een warm donsdek, dat zij ’s winters tot aan haar kin optrok.
Nadat Rébecca stilletjes uit het bed van haar geliefde glipt zonder hem wakker te maken: …zij had geen licht gemaakt, de kranen van douche en wastafel niet aangeraakt, zij had niets aan haar toilet gedaan, niet de moeite genomen een kam door haar korte jongenshaar te halen…haar enige handeling was geweest dat zij uit de wasmand een crème nylon slipje haalde dat er de avond tevoren ingegooid was, en het aantrok. Zij haalt haar motorpak uit de kast: Het was een pak aan één stuk, van glimmend zwart leer en met wit bont gevoerd, dat door middel van kleine riempjes strak om hals, polsen en enkels sloot. Rébecca had de lange ritssluiting van boven tot onder opengetrokken (waardoor het pak deed denken aan het pas afgestroopte vel van een groot dier) en was er ingestapt, geheel naakt op het nylon slipje na, dat een donkere driehoek liet doorschemeren, en met één handbeweging had zij toen het zwarte omhulsel om haar van nature bruine lichaam gesloten..Haar lichaam was als een viool in een gecapitonneerde kist.

Zo introduceert André Pierre de Mandiargues zijn sensuele hoofdpersonage Rébecca in zijn boek La Motocyclette, dat door Jenny Tuin in het Nederlands is vertaald onder de beeldende titel Naakt onder het leer. De Mandiargues, die ik eerder aanhaalde als de créateur van het verhaal van Marceline (zie bijdrage 12 januari), is een inspirator geweest voor de erotiserende literatuur en film.
Zo gauw Rébecca aan het benauwende bed van haar vers gehuwde echtgenoot is ontsnapt stapt zij in slipje en motorpak op haar motor op weg naar haar minnaar Daniel. Al scheurend door het Franse en Duitse achterland memoreert Rébecca de spannende avontuurtjes die zij reeds met Daniel beleefde. In de vrieskou in het bos bedrijft Daniel met haar de liefde op een boomstronk. Daniel is de regisseur van het liefdesspel. Zwijgzaam en met een soort van mediterende overgave geeft Rébecca zich over aan de grillen van haar meester. De kou krijgt geen enkele grip op haar; de liefde doet haar gloeien als vuurrode coaks. Al debrayerend denkt Rébecca smakelijk terug aan het ranzige motelletje waar Daniel haar in extase brengt. Daniel sjort de gewillige Rébecca vast aan de bedstangen en bewerkt haar naakte lichaam met een bosje rozen waarbij de doornen de huid van haar dijen, haar heupen, de streek onder haar borsten en haar buik een beetje openscheuren. Vlak voordat Rébecca het huis van Daniel bereikt rijdt zij met grote snelheid op de achterkant van een vrachtwagen; haar leven en zoetzwoele mijmeringen slaan stuk op het asfalt.
Mandiargues schreef een ander boek dat veel parallellen heeft met Rébecca’s bevredigings- en vrijheidsdrang. In La Marge (Op de rand van alles) gaat hoofdpersoon Sigismond in Barcelona op jacht naar verzachting bij de dames van lichte zeden nadat hij heeft vernomen van de zelfmoord van zijn vrouw en de tragische dood van hun zoontje. Gedurende enige dagen houdt Sigismond de traumatisering in bedwang door zich onder te dompelen in liefdevolle betaalde liefde met een fragiele prostituee. Nog voordat de gruwelijke werkelijkheid daadwerkelijk Daniels ziel heeft gevonden, schiet hij zich op een verlaten parkeerterrein door de borst. Op de rand van alles werd meesterlijk verfilmd door Walerian Borowczyk met in de hoofdrol Sylvia Kristel.
Mandiargues schakelt tussen stille overpeinzing en ongecontroleerde emotie waaraan iedereen zich goddank wel eens schuldig maakt.