De oorsprong van de anti-Joodse sentimenten in Rusland voert ver terug en deze kunnen tot een laakbare traditie worden geoormerkt. Al in tsaristisch Rusland werden de vrijheden van de Joden ingeperkt en vonden verschillende pogroms (een Russisch woord) plaats om ten tijden van economische malaise de aandacht af te leiden. Ook de antirevolutionaire Zwarte Honderd beweging was aanstichter van diverse pogroms in reactie op de Eerste Russische revolutie van 1905. Uit de klassieke Russische literatuur komt duidelijk het diepe anti-Joodse sentiment naar voren van grote Russische schrijvers als Gogol, Dostojevski en Tsjechov. Deze auteurs schreven over wat zij zagen en aanvoelden in de Russische maatschappij waarin zij leefden.
Om de origine van het huidige antisemitisme in Rusland beter te begrijpen biedt de studie van Ben Amin (Moskou 1921 – Tel Aviv 2010) uit 1967, opgetekend in Tussen hamer en sikkel, een verhelderende kijk op de positie van de Joden in Rusland onder de Sovjetheerschappij.
Brandmerk
Ben Ami opent zijn relaas door erop te wijzen dat de Sovjet-burger niet bestaat. Iedere burger van de Unie stond geregistreerd als behorende tot een bepaalde nationaliteit. Opvallend is dat de Sovjets ook de Joden als een nationaliteit definieerden en dus werden Joden in hun persoonsbewijs geregistreerd als ‘evrei’ (Russich voor Jood). Dit zou later het brandmerk worden voor hen die tijdens de zuiveringen in de jaren dertig door Stalin zijn geslachtofferd en voor hen die in de verschillende decennia daarna onevenredig veel tegenwerking ontmoeten in hun dagelijks leven en carrière.
Na de bolsjewistische Oktoberrevolutie van 1917 verbeterde de positie van de Joden weliswaar blijkens de vele Joden onder de prominentste leden van de ondergrondse en verbannen Russische revolutionaire beweging. In deze context mag echter niet worden vergeten dat met name binnen huidig Oekraïns territorium na 1917 (in de periode tot en met 1921) tussen de 70.000 en 250.000 Joden werden vermoord, onder andere door het antirevolutionaire Witte Leger.
Toen de Sovjets de macht grepen begonnen Joden sleutelposities in te nemen op velerlei overheidsniveau’s. Velen van deze Joden werden getroffen door de zuiveringen van de jaren dertig tijdens de Grote Terreur (onder aanvoering van Lenin’s opvolger, Stalin). Ben Ami schrijft: “Er is geen twijfel aan dat Stalin geen Joden om zich heen wenste te hebben die ‘te sluw’, ‘te schrander’, ‘te intellectueel’ en ‘te kosmopolitisch’ waren."
Van Holocaust naar Zjdanovisme
Tijdens de Tweede Wereld oorlog kreeg de Joodse cultuur een kort respijt. Stalin kon alle verkrijgbare hulp en steun van de volkeren van de Sovjet-Unie gebruiken; ook die van de Joden. Spoedig na de oorlog nam het tij echter al snel weer een negatieve wending voor de Joodse minderheid. De Sovjet-regering veroordeelde de Holocaust als wreedheden gericht tegen Sovjet-burgers en niet specifiek tegen Joden. Onder aanvoering van Zjdanov, een naaste medewerker van Stalin, werd vanaf 1946 de bestrijding van het kosmopolitisme ingezet (ook wel bekend als het zjdanovisme). Vele schrijvers, kunstenaars en politici die niet loyaal genoeg waren aan de partijdoctrine werd het werken onmogelijk gemaakt. Feitelijk was dit zjdanovisme sterk antisemitisch van aard, daar met kosmopolitisme veelal Joods intellectualisme werd bedoeld.
De Sovjet-overheid stelde de Joodse godsdienst in veel grotere mate aan vervolging bloot dan de andere godsdiensten. Uit talrijke atheïstische brochures uit die tijd concludeert Ben Ami dat het Jodendom door het Sovjet-regime als de moeder van de grote religies, christendom en islam, werd gezien. In de atheïstische strijd kan men daarom het meest effectief zijn door de bron , het Jodendom, te bestrijden.
Deze expliciete vorm van antisemitisme krijgt zijn slotakkoord met het doctorenplot van 1952, waarin Stalin merendeels Joodse doktoren beschuldigd van een complot om Sovjetleiders uit de weg te ruimen. Showprocessen, antisemitische propaganda, verbanning naar werkkampen en executies volgen. Door zijn dood in 1953 heeft Stalin zijn vermoedelijke grootschaligere plannen niet ten uitvoer kunnen brengen.
Kip met de gouden eieren
Na Stalins dood neemt het Sovjet-antisemitisme een minder expliciete vorm aan. Het Sovjet-regime staat geniale wetenschapsmensen, vooral natuurkundigen, een maximum aan vrijheid toe, en dit geldt ook voor Joods talent.
Ben Ami schrijft: “Het Sovjet-regime jaagt het Joodse volk niet weg en roeit het niet uit. Het wil de Joodse kip die de gouden eieren legt niet slachten, enkel geestelijk steriliseren. Het volstaat ermee die kip van de rest van het land te isoleren en haar onderwijl voldoende voedsel te geven om met het leggen van deze gouden eieren voort te gaan, en haar te beletten vruchtbare omgang met haar soortgenoten te hebben opdat ze geen eieren legt waar levende kuikens uit te voorschijn zouden kunnen kruipen.” De overheid blijft het veranderen van de nationaliteit voor Joden bemoeilijken. Ben Ami: “De overheid stelt zich op het standpunt dat de geïdentificeerde geïsoleerde Jood minder kans heeft anderen te infecteren en minder schadelijk en gevaarlijk is dan een Jood die zijn naam en nationaliteit verandert. Zulke Joden, zo vreest de overheid blijkbaar, zouden in hun hart Jood blijven en er zou geen administratieve mogelijkheid zijn om hen in het oog te houden.”
De positie van de Joden in de Sovjet-Unie is niet overal dezelfde. Ben Ami constateert: “De Georgische overheid, met inbegrip van het department van godsdienstzaken, toont een mildere en meer menselijke houding jegens de Joden dan in de andere nationale republieken het geval is. De oorzaak hiervan is dat de meeste Georgische bestuursorganen onder leiding staan van Georgiërs. Deze kleine, fiere natie is er met meer succes in geslaagd om de russificering te weerstaan dan andere naties van de Sovjet-Unie. Bij de overheidsorganen in Tiflis (het tegenwoordige Tblisi, JP) was vrijwel geen enkele Rus die een sleutelpositie innam."
Birobidzjan: utopische autonomie
In 1934 besluit het Presidium van het Centrale Comité van de Sovjet-Unie het oostelijk district Birobidzjan tot een autonoom Joods District te verklaren, een opzienbarende episode in de positie van de Joden in de voormalige Sovjet-Unie. Feitelijk betrof het een coïncidentie van het ontbreken van specifiek Joods gebied en de kolonisatieproblemen van de Sovjet-Unie in de grensgebieden van oostelijk Siberië en China. Desalniettemin werd dit gebaar van het Centraal Comité door de Joden wereldwijd gewaardeerd als een daad van grote politieke betekenis. Met de Stalin-terreur van 1936-1938 kreeg het jonge district echter een harde klap die het nooit meer te boven zou komen.
Het Birobidzjan-district: omsloten door de rivieren de Biro en de Bidzjan, 36.000 vierkante kilometers, in het zuidelijk deel van het Sovjet-Verre Oosten. De winters zijn koud, droog en lang. De zomers heet en vochtig. Door de bodemgesteldheid zijn er uitgestrekte moerassen.
Over Ben Ami’s bezoek aan de gelijknamige hoofdstad van het Birobidzjan-district in de jaren zestig : “Ik koesterde geen illusies ten aanzien van het Autonome Joodse District. Desondanks maakte zich een eigenaardig gevoel van mij meester toen ik uit de trein stapte en buiten boven het station het grote bord zag waarop in grote Hebreeuwse letters in het Jiddisch de naam BIROBIDZJAN stond. Een ogenblik was ik in de ban van die Hebreeuwse letters en ik had het gevoel dat ik op Joodse grond stond.” Maar al snel wordt Ben Ami’s vrees bevestigd…..het is een spookstad. Roofovervallen, onzekerheid en wanhoop hebben de bevolking verdreven. Alleen de naamborden zijn achtergebleven.
Hoewel het Autonome Joodse district in de jaren zestig weinig meer voorstelt merkt Ben Ami op dat het regime de beeldvorming van gelukkige autonome Joodse heilstaat graag aan het westen etaleert.
“Het Sovjet-regime is bij machte nog steeds een paar druppels propaganda uit de uitgeperste citroen van het mislukte Birobidzjan te knijpen, hoofdzakelijk ten behoeve van de buitenwereld. Men kan een paar kinderen fotograferen die rondom een van die Jiddische naamborden staan, en er dan iets onder zetten over ‘de gelukkige Joodse kindertjes in het autonome district’. De Joden hebben het goed in de Unie, ze hebben zelfs een eigen vaderland.”
Het antisemitisme werd tijdens de Sovjet-Unie verkocht als anti-kosmopolitisme en voedde verschillende generaties ‘Sovjet-burgers’ op met een argwanende houding ten aanzien van de ‘Joodse nationaliteit’. Het antisemitisme is daarmee na 69 jaar Sovjet-regime niet zomaar verbannen uit de Russische maatschappij.
Politiek activist en historicus Yakov Etinger verwoordt het in de Volkskrant in 2000 zo:
“Opiniepeilingen van de afgelopen jaren laten zien dat niet meer dan 5 à 8 procent van de Russen in het dagelijks leven antisemitische gevoelens koestert. Maar dat is nog altijd een aanzienlijk deel van de bevolking en het percentage is veel hoger in de grote steden in het Europese deel van het land, waar de meeste Joden wonen. Wat is de reden achter dergelijke gevoelens? Ik denk dat er, naast de traditie, twee factoren van invloed zijn.
Ten eerste hebben Joodse intellectuelen een duidelijke rol gespeeld in het beginstadium van de perestrojka en de markthervorming - processen die helaas voor het gros van de bevolking tot armoede hebben geleid.
De andere factor is zelfs nog belangrijker voor de alledaagse uitingen van antisemitisme: Joden zijn oververtegenwoordigd onder de oligarchen die in talloze kernsectoren van de economie en bij joint ventures en banken de dienst uit maken. De winst die zij maakten is vele malen hoger dan de inkomsten van de gewone Rus of Russin.”
Politiek activist en historicus Yakov Etinger verwoordt het in de Volkskrant in 2000 zo:
“Opiniepeilingen van de afgelopen jaren laten zien dat niet meer dan 5 à 8 procent van de Russen in het dagelijks leven antisemitische gevoelens koestert. Maar dat is nog altijd een aanzienlijk deel van de bevolking en het percentage is veel hoger in de grote steden in het Europese deel van het land, waar de meeste Joden wonen. Wat is de reden achter dergelijke gevoelens? Ik denk dat er, naast de traditie, twee factoren van invloed zijn.
Ten eerste hebben Joodse intellectuelen een duidelijke rol gespeeld in het beginstadium van de perestrojka en de markthervorming - processen die helaas voor het gros van de bevolking tot armoede hebben geleid.
De andere factor is zelfs nog belangrijker voor de alledaagse uitingen van antisemitisme: Joden zijn oververtegenwoordigd onder de oligarchen die in talloze kernsectoren van de economie en bij joint ventures en banken de dienst uit maken. De winst die zij maakten is vele malen hoger dan de inkomsten van de gewone Rus of Russin.”
Tussen hamer en sikkel. De positie van de Joden in Rusland. (1967) – Ben Ami (pseudoniem van Arie Lova Eliav, 1921 – 2010), Uitgeverij In den Toren, Baarn, 1968.