Na kort de openbare studiezaal bezocht te hebben, krijg ik neiging een bordeelhoer te bewonderen. Wanneer ook d'r lingerie geheel is afgestroopt bekijk ik aandachtig haar zweethoera. Na mijn geringe hikje in gummi wast zij zelfs m'n kwispelaar. Thuis neem ik de uitgestelde douche.
Stadsgerechten - A. Moonen - 1978 - De Bezige Bij
Jerzy verwoordt wat Arie Moonen zo graag had willen zeggen:
A ‘punt’ Moonen is de naam. Jazekers, geboren te Rotterdam. Maar dat laat mij koud; ik verguis mijn achterland; in Amsterdam vierde ik mijn hoogtijdagen. Niet dat ik doorbrak met de fecaliën die ik aan het papier heb toevertrouwd; ik heb gewoon genoten van alle ongemak dat het leven me te bieden had. In mijn illusionaire streven om langs Reviaanse weg mijn sterretje te laten schitteren heb ik gefaald omdat de lezer van destijds zich niet kon verplaatsen in het leven van wat vandaag de dag zou heten: ‘een valse vieze man’. Maar ik reken het u niet te zwaar aan, gij armoedige lezer; ook A. Moonen begrijpt dat expressieve onwelriekende vuilspuiterij voor velen van u te dichtbij komt. Hoe kunt u immers in opperste eensgezindheid met mijn vuilschrijverij met goed fatsoen en zonder het schaamrood op de kaken uw kuise allures en quasi-intellectuele zeden overeind houden? Nee, verslijt die dode Moonen maar als een gek, als ‘de man van de vieze scheetjes’.
Wastafels heb ik volgescheten, tientallen mediterrane jonge mannen heb ik ‘verzorgd’, uren eenzaamheid heb ik verdreven met buitensporige fantasieën, na ettelijke potjes schaak heb ik de hand noodgedwongen aan mij zelf moeten leggen en menig witgoed en hoogpolig tapijt heb ik besmeurd als een ware Karel Appel. Helaas heeft het mij niet de erkenning opgeleverd die ik had verdiend. Het is het tragisch lot dat alleen de allergrootsten onder ons wacht. Het is enkel een kwestie van tijd voordat de literaire prijzen mij postuum ten deel vallen. Ik weet dat deze eer mij vroeg of laat toekomt. Ik dien enkel enig geduld te betrachten voordat u zich realiseert dat de ware aart van het leven niet in de bellettrie kan worden gevonden. Het onderkennen van een werkelijkheid waarin vulgaire seksualiteit en verveling de zingeving van het leven overwoekeren zal u ervan doordringen dat u slechts deel uitmaakt van het uitzichtloze cabaret dat ‘het leven’ heet. Genoeg gelul, zoekt u het maar zelf uit. Ondervindt u zelf maar de wereld die ‘A punt Moonen’ heet.
Enkele fragmenten uit Stadsgerechten:
klik op onderstaande fragmenten om deze te vergroten
Peter van Brummelen schreef bij verschijning van Moonens boek ‘Koud buffet’ in 1996 een hilarisch en zeer typerend artikel voor het Parool.
Arie Moonen, dood en begraven (januari 2007)
Tweeten