zondag 20 november 2011

Griekse fascisten profiteren van eurocrisis

Georgios Karatzaferis - Foto: Reuters
Met het aantreden van de Griekse interim-coalitieregering van nationale eenheid, onder aanvoering van premier Papadimos, betreden ook de Griekse fascisten het regeringspluche. De ultrarechtse partij LAOS, van Georgios Karatzaferis, levert vier leden in de nieuwe regering, waaronder de minister van Transport (Makis Voridis).

De partij wordt geassocieerd met enkele zeer antisemitische uitlatingen. Partijleider Karatzaferis heeft in 2001 de Holocaust, Auschwitz en Dachau als mythen afgedaan.  Van hem is ook de uitlating ‘joods bloed stinkt’.
Volgens het Israelische Ynet vergeleek Karatzaferis in 2009 het Israelische leger met dat van Hitler. Karatzaferis is tevens de uitgever van de Griekse vertaling van het antisemitische propagandawerk 'de Protocollen van de Oudsten van Zion'. (Zie ook het cursiefje hieronder voor enkele opmerkelijke beledigende en grievende opmerkingen van de LAOS-leider).

Volgens het populaire Amerikaanse blog ‘Naked Capitalism’ leidde LAOS-minister Voridis in de jaren 80 een fascistische studentgroepering. Met een zelf gefabriceerde bijl zou hij met zijn groepering de universiteits-campus afstruinen om linkse studenten te intimideren. Aan deze tijd dankt hij de bijnaam ‘de hamer’.

Karatzaferis ziet niets in de verkiezingen die de coalitiepartijen (waaronder dus ook LAOS) in de regering van nationale eenheid zijn overeengekomen. Deze verkiezingen staan gepland voor 19 februari 2012. Volgens Karatzaferis moet de brede coalitie een kans krijgen; vroege verkiezingen zouden de samenwerking dwarsbomen. De macht smaakt Georgios hoorbaar goed.

Georgios Karatzaferis in een notendop:

As a New Democracy MP in 1996, Karatzaferis he asked in parliament whether Christos Rozakis, a deputy foreign minister, was a Jew.

At the founding of his party in September 2000, he announced: "They say that to get ahead you have to be one of three things: a Jew, a homosexual, or a communist. We are none of these... Vote for a parliament without Masons, without homosexuals, without those dependent on Zionism."

A month later, he asked Prime Minister Costas Simitis in parliamant whether his daughter was "married according to Jewish ritual in Synagogue" and, if so, "why did it happen in secret."
A year later, after the 9/11 attacks, he claimed that the Israeli Mossad had advised the 4,000 Jewish workers and employees at the World Trade Center to absent themselves from work that day.

When the Israeli ambassador issued a statement condemning his allegations, Karatzaferis told viewers on his TeleAsty station that "These people [Jews] who have committed so many crimes in this land have no right to protest."
"Come now, Mr Ambassador, let's talk about the Holocaust, let's talk about the myths of Auschwitz and Dachau and those ovens; let's talk about the gas chambers to see if their walls were insulated to retain the gas or were simply made up of bricks," the Laos leader continued.

Bron: Athens News


maandag 7 november 2011

Protserige Kunstausstellung herleeft online



De Große Deutsche Kunstausstellung werd in de periode 1937-1944 acht keer georganiseerd in het Haus der Kunst (een van de eerste nationaalsocialistische bouwwerken) te München. Deze tentoonstellingen behoorden tot de belangrijkste culturele evenementen in nazi-Duitsland.  Jaarlijks bezochten circa zeshonderdduizend mensen de tentoonstelling, die ook op verkoop was gericht. Hitler was de fanatiekste inkoper en spendeerde miljoenen Reichsmark aan de potpourri van smaakvolle, protserige en ronduit nazistische kunstwerken. Recentelijk werd een gratis toegankelijke online database gelanceerd, www.gdk-research.de, waarop veel nog nooit eerder gepubliceerde afbeeldingen van kunstwerken zijn terug te vinden die tijdens de Kunstaustellungen waren te bezichtigen. De database bevat informatie over de kunstenaar, de aanschafprijs en de koper. Hiermee ontstaat een uniek inkijkje in de propagandistische kunstbeleving van de nationaalsocialisten. Weliswaar niet altijd smaakvol,  maar wel een waardevolle historische reconstructie. 

Voor een treffende interpretatie door Hans Aarsman (Volkskrant) van een foto van Hitler tijdens de Kunstaustellung, ga naar de bijbehorende bijdrage van Plenzdorf uit 2008. 

Adolf Hitler, door Fritz Erler (schilder). Aangekocht door 
Edoardo Alfieri (Italiaans fascistisch politicus) voor 25.000 Reichsmark.

Der Führer, door Hermann Joachim Pagels (beeldhouwer). 
Aangekocht door Robert Ley (Duits nazi-politicus) voor 8.000 Reichsmark.

Ostkämpfer, door Wilhelm Sauter (schilder). Aangekocht door 
Adolf Hitler voor 15.000 Reichsmark.

Rudolf Heß, door Walter Einbeck (schilder). Aangekocht 
door Adolf Hitler voor 5.ooo Reichsmark. 

woensdag 26 oktober 2011

De dag van het vrije moorden: dystopisch meesterwerk.


Sinjavski (met baard) en Daniel in de 
beklaagdenbank tijdens het showproces
Op een bloedhete dag te Moskou in de zomer van 1960 roept de Sovjetregering per decreet 10 augustus 1960 uit tot ‘de dag van het vrije moorden’. Zo begint het satirische verhaal van de Russisch dissident schrijver Yuli Daniel (1925-1988). Daniel, die veel van zijn werk publiceerde onder het pseudoniem Nikolaj Arzjak, bekritiseert in zijn verhaal Hier is Moskou (1961) onverbloemd het Sovjetregime (op dat moment onder Chroesjtsjov). Samen met zijn vriend en dissident schrijver Andrej Sinjavski (1925-1997, vaak publicerend onder het pseudoniem Abram Terts) wordt hij in september 1965 gearresteerd. In het beruchte en door het Westen sterk veroordeelde showproces ‘Sinjavski-Daniel’ werden Daniel en Sinjavski tot respectievelijk vijf en zeven jaar werkkamp veroordeeld. Het ‘Sinjavski-Daniel’ proces wordt ook wel als de eindmarkering gezien van de relatief liberale koers onder Chroesjtsjov en een hernieuwde aanscherping van het regime onder Brezjnev.
Met zijn verhaal Hier is Moskou trekt Daniel de verordeningen van het Sovjetregime op sinistere wijze in het ridicule. Mensen moeten zich volgens Daniel niet conformeren naar de sociale norm van de Sovjetregering; zie waar dat toe kan leiden! Burgers zijn verantwoordelijk voor hun eigen lotsbestemming; de regering moet niet de enige zijn die daarover beslist.

Hieronder volgt de ijzersterke opening van Hier is Moskou met de radioboodschap van de Opperste Raad:

Hier is Moskou,……., hier is Moskou. Wij geven nu de tekst weer van de verordening, uitgevaardigd door de Opperste Raad van de Bond van Socialistische Sowjetrepublieken, gedateerd op 16 juli 1960. In verband met de steeds groeiende welvaart en om aan het verlangen van de brede massa’s der werkenden tegemoet te komen...zal de zondag van de tiende augustus 1960 verklaard worden tot….de dag van het vrije moorden. Op die dag zullen alle burgers van de Sowjetunie die de zestienjarige leeftijd hebben bereikt het recht hebben willekeurige andere burgers vrijelijk te doden, met uitzondering van personen als genoemd in paragraaf één van de toelichting op de voornoemde verordering. Deze verordening zal op 10 augustus 1960 om 6 uur des voormiddags, moskouse tijd, in werking treden en eindigen om 24 uur 00.

De toelichting: Paragraaf één. In de volgende gevallen is het doden van anderen verboden: a) kinderen onder de leeftijd van zestien jaar; b) in uniform geklede militairen en leden van de militie en c) ambtenaren in dienst bij het openbare vervoer tijdens de uitoefening van hun ambtelijke funktie. Paragraaf twee. Moorden, gepleegd vóór of na de omschreven periode, alsmede moorden, gepleegd met het oogmerk om te beroven, of als gevolg van de verkrachting van een vrouw, zullen beschouwd worden als misdrijven in de zin van de wet en gestraft worden op grond van de bestaande paragrafen van het Wetboek van Strafrecht. Moskou, het Kremlin, de voorzitter van het Presidium van de Opperste Raad…

Wij brengen u nu een concert van lichte muziek….


Hier is Moskou, en andere verhalen – Nikolaj Arzjak (pseudoniem van Joeli Daniel), 1966, Polak & Van Gennep.


Moskou bij ochtendgloren (foto: Dmitry Chistoprudov)



zondag 16 oktober 2011

Spannende parallel tussen 2009 en 1638

Van Haarlem - De monnik en de begijn
John Currin - Woman of Franklin Street













Het Frans Hals Museum in Haarlem trekt een spannende parallel tussen de Amerikaanse schilder John Currin (1962) en de Nederlandse tekenaar en schilder Cornelis Cornelisz. van Haarlem (1562 -1638). Currin is ondere andere bekend van de expliciete erotiek in zijn werk.
Het Frans Hals Museum heeft Currin’s werk ‘The Woman of Franklin Street’ (2009) gehangen naast Van Haarlem’s werk ‘De monnik en de begijn’ (circa 1590). De paralellen in perversiteit en vleselijkheid zijn treffend, temeer daar Currin zijn modellen ensceneert in een weelderige 17e eeuwse kamer (al refereren sommige details in het schilderij weer naar onze tijd, zoals het muiltje met hoge hak).   
Currin laat zich onder andere inspireren door Deense porno uit de jaren 70. Waarom? Omdat de acteurs vaak opvallend lelijk en middelbaar zijn en de interieurs niet om aan te zien (zo laat hij in een interview met NRC Handelsblad weten).

Bij het werk ‘De monnik en de begijn’ houdt het Frans Hals Museum er twee mooie theorieën op na als mogelijke verklaring bij de afgebeelde voorstelling.
De meest gangbare verklaring voor deze voorstelling van een monnik en een non is dat het een 16de-eeuwse satire zou zijn op het losbandige leven van kloosterlingen: monniken en nonnen werden vaak beschuldigd van drankzucht, vraatzucht, geldzucht en onkuis gedrag. De wijn en de vruchten zouden in dit geval wijzen op een losbandig leven.
In oude catalogi van het museum is het onderwerp van dit schilderij echter beschreven als ‘het mirakel van Haarlem’. Volgens deze legende werd een Haarlemse non beschuldigd van een verborgen zwangerschap en bevalling. Men dacht haar moederschap te kunnen bewijzen door in haar borst te knijpen: als er melk uit kwam was de beschuldiging waar. Op het schilderij is dan het moment afgebeeld dat een monnik ‘in de geneeskundige wetenschappen ervaren’ in de borst van de non knijpt. Volgens de legende gebeurde er toen een wonder: er kwam geen melk, maar wijn uit haar borst. Hiermee was de vroomheid en onschuld van de non bewezen. Wijn en vruchten wijzen in dit geval op een maagdelijk leven. Welke verklaring de juiste is, is niet zeker. (Bron: Frans Hals Museum)

zaterdag 8 oktober 2011

Het Mickey Mouse gasmasker

Na de aanval op Pearl Harbour (Hawaii, 7 december 1941) werd de dreiging van een gasaanval op de Verenigde Staten, en Hawaii in het bijzonder, met de dag groter. Gasmaskers werden onder de bevolking verspreid. Voor kinderen werd een ‘Mickey Mouse gasmasker’ ontworpen om zo het schrikwekkende aanblik van het gasmasker te verzachten.



vrijdag 16 september 2011

Grootvervuiler Norilsk: sinds 1935

Dat de Russen het met het milieu niet zo nauw nemen is geen geheim. Ecologische rampen zijn onlosmakelijk met Rusland verbonden: olielekkage, grootschalige bosbranden door uitdrogende veengebieden, lekkende nucleaire scheepswrakken en de enorme uitstoot van vervuilende stoffen. Hoewel de Russen de milieuproblematiek bagatelliseren en van een rigoureuze aanpak van de vervuiling niet willen weten, is het vanuit westers perspectief ook wel makkelijk oordelen over een land waar de industrialisatiepolitiek tot in extremen is doorgevoerd tijdens de periode van de Sovjet-Unie. De economie van het land draait daardoor nog steeds met name op de zware industrie. Fabrieken zijn echter veelal verouderd. Met begrippen als ‘grootschalig onderhoud’ en ‘milieubesparende maatregelen’ maken milieuorganisaties bij lokale autoriteiten geen goede sier. Bovendien is de corruptie vaak sterker dan een schoon geweten.
Het statistisch bureau van de Russische Federatie, Rosstat, presenteerde dit jaar een lijst van de 56 meest vervuilende Russische steden (bron: nieuwsagentschap Ria Novosti). De top 5 (o.b.v. uitstoot vervuilende stoffen in kiloton per jaar):

Norilsk                     1924 kiloton
Cherepovets          333,3 kiloton
Novokuznetsk       301,1 kiloton
Lipetsk                     299,1 kiloton
Magnitogorsk        231,9 kiloton

Koploper Norilsk is de noordelijkste stad in Siberië en huisvest mijnbouwbedrijf Norilsk Nikkel, dat in 1935 met dwangarbeiders uit de goelagkampen werd opgebouwd. Oorspronkelijk concentreerde het bedrijf zich op de winning van nikkel, maar inmiddels is het bedrijf ook groot in de winning van palladium, kobalt en koper. Volgens een uit 2007 daterende ranglijst van het Amerikaanse Blacksmith Institute  behoort Norilsk tot de tien meest vervuilde steden in de wereld. Circa 16% van de sterfgevallen onder kinderen wordt veroorzaakt door ziektes aan de luchtwegen. Ook het Russische Dzerzjinsk (nabij Moskou), waar vroeger chemische wapens werden geproduceerd, staat in de top tien van het Blacksmith. De gemiddelde leeftijdsverwachting in Dzerzjinsk is schrikbarend: mannen 42, vrouwen 47. Dit soort cijfers laat zien dat de grootschalige vervuiling in Rusland zijn tol eist. Geen oligarch die daar wakker van lijkt te liggen, ook grootaandeelhouder Vladimir Potanin van Norilsk Nikkel niet. Zo zullen de schoorstenen in Norilsk, aan het oog van de wereld onttrokken in het afgelegen Siberië, voorlopig trouw blijven walmen.


Ligging Norilsk (Google maps)




Fabriek van Norilsk Nikkel, gebouwd in 1935 door dwangarbeiders.



donderdag 1 september 2011

Rusland boven de poolcirkel...

Foto: Jerzy Plenzdorf

zondag 7 augustus 2011

Graafwielbaggers van dichtbij

Op 80 km ten zuidoosten van Moskou ligt de industriestad Voskresenk (Воскресенск). Mike Seryakov, Moskoviet en reisfanaat, fotografeerde daar de monstrueuze graafwielbaggers die nog stammen uit de Sovjettijd.

Graafwielbagger


Rustplek aan boord van de graafwielbagger


Bestuurderscabine van de graafwielbagger



Slaapplek aan boord van de graafwielbagger

Voor een uitgebreide rapportage, bekijk de hele serie van  Mike Seryakov op http://mikeseryakov.livejournal.com/22111.html

woensdag 13 juli 2011

Bruinkool, embleem van het Oosten

In het Duitse Eschweiler (district Aken) ligt de bruinkoolcentrale Weisweiler, oftewel op z’n Duits Kraftwerk Weisweiler. De centrale verbrand per jaar circa 20 miljoen ton bruinkool. De bruinkool wordt gewonnen in de nabij gelegen bruinkoolmijn Inden. In een onderzoek van het Wereld Natuur Fonds uit 2005 staat de centrale Weisweiler op de zesde plek van een ranglijst van de 30 van de meest vervuilende energiecentrales van Europa. Jerzy Plenzdorf trok naar Eschweiler om het getormenteerde maar indrukwekkende landschap van de bruinkoolwinning vast te leggen op een grauwe regenachtige dag. Zo’n dag waarbij de bruinkoolwinning goed gedijt.

Bruinkool was in de voormalige Sovjetunie het smeermiddel van de industrialisatie. De kolossale diepbruine mijnbouwcomplexen, waarnaar je in veel voormalige Oostbloklanden niet lang hoeft te zoeken,  zijn emblematisch voor een systeem dat achteraf een economische en ecologische farce is gebleken.

Bruinkoolwinning bij Eschweiler (foto's Jerzy Plenzdorf)




Controverse rond bruinkool in een notendop
Bruinkool is een omstreden energiebron. Door het hoge zwavelgehalte draagt bruinkool bij aan zure regen. Moderne centrales zijn steeds beter in staat de zwaveluitstoot af te filteren. Bruinkool heeft een lage verbrandingswaarde (lager dan bijvoorbeeld steenkool) waardoor relatief veel bruinkool moet worden verbrand om genoeg energie op te wekken. Daarbij leidt de winning van bruinkool tot landschapsvervuiling. In tegenstelling tot steenkool ligt bruinkool vaak dicht aan de oppervlakte waardoor de winning goedkoper is omdat de delving niet via schachten hoeft plaats te vinden.

Grondafgravingsmachine
op postzegel uit DDR
Behalve in Zuid-Limburg, zit in Nederland nauwelijks bruinkool in de grond. Des te meer bij onze oosterburen. Tot 1989 was de voormalige DDR zelfs de grootste bruinkooldelver ter wereld.
Dat de rol van bruinkool nog lang niet is uitgespeeld moge blijken uit een relatieve blik op de energievoorraden. Na de moeizaam invangbare zonne-energie zijn kolen (bij de huidige technologische tussenstand) de tweede omvangrijkste energiebron op aarde. Daarmee speelt de kolenmarkt een economische rol die zwaar tegenwicht biedt aan de wereldwijde milieulobby. Waarvan getuige alleen al dit bericht.

zaterdag 2 juli 2011

Das AK-47 „Kalaschnikow“: Ein tödlicher Klassiker

AK-47 Schnellfeuergewehr

Avtomat Kalashnikova 47, ofwel de AK-47. De '47' staat voor het jaar 1947, het jaar waarin de vinding van Michail Kalasjnikov (1919, Kurija, Rusland) in productie werd genomen door het Russische leger. Volgens een rapport van Oxford University zijn er circa 100 miljoen wapens in omloop die tot de Kalasjnikov-familie kunnen worden gerekend. Het geheim achter het succes? De eenvoud. Een kind is in staat het geweer te assembleren. Waar menig oververhitte geweerloop krom trekt als deze wordt afgekoeld met water, de Avtomat Kalasjnikov 47 geeft geen krimp. Wapendeskundige Ko Colijn van Instituut Clingendael ziet de AK-47 als een equivalent van de pizza: iedereen kan hem bakken en hij wordt overal verkocht. Het is allang niet meer de mysterieuze uitvinding van achter het IJzeren Gordijn. De AK-47 is alomtegenwoordig, heeft meer doden dan de atoombom op zijn geweten (om een omstreden vergelijking te noemen) en, de markt voor de AK-47 is nog steeds goed.
Het Radio 1-programme OVT bracht recentelijk een tweedelige radiodocumentaire over de AK-47. Op de achtergrond is het geluid van een ideëel reclamefilmpje van Oxfam Duitsland te horen (een parodie op Tel Sell), begeleid d00r het aanstekelijke nummer ‘Kalasjnikov’ van Goran Bregović uit Bosnië en Herzegovina.